Instroom van NT2-leerlingen

Evelyn Dijks is werkzaam in groep 1 op Taalschool de WereldDelen in Heerlen en Esther Voorburg is werkzaam in groep 1-2 op obs ‘t Startblok in Achterveld. Beiden zijn ze ambassadeur van Kleuteruniversiteit. Evelyn en Esther merkten dat het aantal anderstalige kleuters toeneemt en dat ze daardoor aanpassingen moeten doen binnen hun onderwijs. Leerkrachtgedrag is hierbij een belangrijke factor. Daar gaat deze blog over!

NT2-leerlingen zijn kinderen die een andere moedertaal hebben dan het Nederlands. Deze kinderen komen vanuit de hele wereld. NT2-leerlingen zijn in drie groepen te categoriseren: vluchtelingen, statushouders en arbeidsmigranten. Vluchtelingen zijn gevlucht uit het land van herkomst, omdat er geen sprake was van een veilige situatie in hun eigen land. Zodra asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen, worden zij statushouders genoemd. Ook deze kinderen vallen onder NT2-leerlingen. Kinderen waarvan de ouders, vanwege werk, gemigreerd zijn, noemen we arbeidsmigranten. Evelyn werkt in het nieuwkomersonderwijs; bij haar op school zitten kinderen die minder dan een jaar in Nederland zijn. Ze leren in één jaar tijd de basiswoordenschat van de Nederlandse taal. Deze kinderen zullen in vergelijking met Nederlandse leeftijdsgenoten altijd extra begeleiding nodig hebben op het gebied van taal.

NT2-leerlingen hebben vaak in het verleden al veel meegemaakt. Dit geldt voor alle NT2-leerlingen, ook als ze niet uit oorlogsgebieden komen. Ze hebben hun huis, familie en vrienden achter moeten laten in het land van herkomst. Dit kan zorgen voor een traumatische ervaring. Als leerkracht zijnde is het van belang dat je je hiervan bewust bent.

Leerkrachtgedrag
De leerkracht moet vooral een kalme, vriendelijke en duidelijke houding aannemen. Door zelf kalm te zijn, kun je ervoor zorgen dat kinderen ook minder stress gaan ervaren. Door vriendelijkheid uit te stralen, durven kinderen zich op den duur met jou te gaan verbinden. Dit heeft bij getraumatiseerde kinderen vaak langer nodig. Duidelijkheid is voor alle kinderen fijn, maar getraumatiseerde kinderen vinden alles wat onduidelijk is onveilig. Duidelijkheid creëer je door duidelijke regels en structuur in je klas. Denk hierbij aan een zichtbare planning van die dag of pictogrammen en/of foto’s waardoor regels duidelijk worden.

Het is van belang dat de leerkracht niet teveel focus legt op de getraumatiseerde ervaring van de kinderen. Je creëert nu een nieuwe, veilige plek, waarin het belangrijk is dat de leerling zelf kan aangeven wanneer en of hij het trauma bespreekbaar wil maken.

In de klas van Evelyn wordt ook juist de focus gelegd op de nieuwe, veilige plek en niet op het trauma van de kinderen. Wanneer het trauma ter sprake komt, biedt zij vooral een luisterend oor. Er worden geen momenten gecreëerd waarop kinderen hun verhaal bespreekbaar kunnen maken; er wordt wel gezorgd dat leerkrachten en/of onderwijsassistenten meespelen tijdens spelmomenten. Tijdens spelmomenten komen vaak verhalen naar boven, waarbij je als leerkracht steun aan de leerling kunt bieden. In de praktijk merken we, vooral bij de jongere kinderen, dat trauma’s niet of nauwelijks ter sprake komen.

Beweegmomenten
Getraumatiseerde kinderen ervaren continu stress. Het is daarom fijn om rust voor deze leerlingen te creëren. Dit zou je kunnen doen door korte beweegmomenten in te zetten. Denk aan klapspelletjes, hoofd, schouders, knie en teen of andere beweegliedjes of stijgen en dalen. Naast beweegmomenten, kunnen spelvormen ook voor rust zorgen bij getraumatiseerde kinderen. Door middel van spelvormen kun je de kinderen stimuleren om een verbinding met elkaar aan te gaan. Denk hierbij aan spelletjes zoals ‘gooi de bal naar …’, op elkaars rug tekenen of ‘tik, tik wie ben ik’.

Evelyn houdt tijdens spelmomenten rekening met welke spelvormen zij kiest in haar klas. Iedereen moet het spel kunnen uitvoeren en zich er prettig bij voelen. Zo snel er opgemerkt wordt dat een kind zich niet fijn voelt door het uitvoeren van het spel, dan wordt dit spel niet gespeeld in de klas. Denk hier bijvoorbeeld aan een spel met een blinddoek, hierbij zou een kind angst kunnen ervaren.

Ritmo Go!
Het boek Ritmo Go is een ideale combinatie van een beweegmoment met spelvormen. Met dit boek kunnen kinderen bewegen op muziek, terwijl ze zichzelf kunnen inleven in een verhaal. Ze kunnen emoties laten zien en geven toe aan hun beweegdrang. Door het verhaal samen te ervaren, groeit het gevoel van saamhorigheid. Een bijkomend voordeel is dat Ritmo Go ook gericht is op taal. Kinderen leren spelenderwijs nieuwe begrippen en werken aan verhaalbegrip.

Tips
Lesgeven aan NT2-leerlingen is anders dan lesgeven in het reguliere onderwijs. De ervaring leert dat het inzetten van concreet materiaal ontzettend helpend is bij het aanbieden van een nieuw te leren taal. Door kinderen zelf te laten ervaren, worden nieuw aangeboden woorden beter opgepikt. Op een later moment kan de vertaalslag naar een abstracter niveau gemaakt worden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van woordkaarten. Naast het concreet materiaal is veel herhaling op verschillende manieren van belang.

Voor de NT2-leerling is het fijn als er langzaam wordt gesproken. Dit helpt kinderen om woorden te onderscheiden en om klanken te verwerven.

Conclusie
Als leerkracht zijnde heb je veel invloed op het verdere verloop van de ontwikkeling van de NT2-leerling. Door kalmte, vriendelijkheid en duidelijkheid uit te stralen vorm je de basis voor een veilige en rustige omgeving voor het kind. Wanneer de NT2-leerling zich veilig voelt, kan het leerproces pas starten. Leg de nadruk niet op het trauma van het kind, maar op de nieuwe, veilige plek.

Wil je meer van onze kleuterklassen zien? Volg ons dan op Instagram via @juf_evelyn of @kleuterjuf.esther. Wil je meepraten over het kleuteronderwijs, doe dit dan in de Facebook-groep Vrienden van Kleuteruniversiteit.