Inspiratieblog: 60 spelsuggesties voor buiten bij 10 verschillende materialen

Caroline Scheppink is leerkracht groep 1/2 op de Julianaschool en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. Caroline hecht veel waarde aan buitenspelen met haar kinderen. In dit blog beschrijft ze 60 spelideeën bij 10 verschillende materialen om jou eveneens te enthousiasmeren.

We weten allemaal dat spelen belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Veel ontwikkelingsgebieden als sociale, motorische, maar ook cognitieve ontwikkeling komen aan bod. Maar hoe houd je het buitenspelen interessant voor kinderen als er altijd hetzelfde speelgoed uit de schuur wordt gehaald? In dit blog wil ik je simpele spelideeën geven bij 10 verschillende materialen.

1. Hoepels

– Kies vier of vijf verschillende kleuren hoepels. Laat kinderen allerlei voorwerpen zoeken op het plein en deze sorteren op kleur. Leg ze in de juiste kleur hoepel. Wanneer voorwerpen twee of drie kleuren hebben, zorg je dat hoepels van verschillende kleuren over elkaar liggen, zodat je een Venn-diagram kunt creëren.
– Versier de hoepels, zodat ze passen bij je thema. Bijvoorbeeld hoepels met ‘water’ van crêpepapier, wanneer je dolfijnen door hoepels wilt laten springen. Gebruik ook eens oranje papier om hoepels van vuur te maken of groene slierten aan hoepels om zo een ‘jungle-effect’ te geven.
– Laat kinderen de hoepel zo ver mogelijk rollen. Zet bij het eind een streep met stoepkrijt. Geef kinderen daarbij een meetlint en ze kunnen opmeten hoe ver hun hoepel is gekomen.
– Gebruik hoepels als startplaats voor een race of wedstrijd!
– Laat kinderen hun hoepel zo snel mogelijk naar de overkant rollen zonder dat ze hun handen mogen gebruiken. Houd de tijd bij. Wie is het snelst?
– Hang hoepels op en probeer ballen erdoor te gooien.
– Hang hoepels met cijfers eraan op en laat kinderen mikken op de verschillende hoepels. Wie heeft er als eerst 10 punten? Houd dat bij met stoepkrijt.

2. Stoepkrijt

– Teken een spelbord in de vorm van een cirkel met stoepkrijt. Laat kinderen de getallen erin schrijven. Begin aan de buitenkant van de cirkel. Zorg voor een doosje met pionnen en een dobbelsteen in de schuur. Speel ganzenbord, dit vinden kinderen geweldig buiten! Hinkel het aantal ogen vooruit. Wanneer je in het midden, bij het laatste getal bent, heb je gewonnen.
– Geef kinderen opdracht om eens een dag géén tekeningen maken met stoepkrijt. Kijk hoe creatief ze zullen zijn! Een streep op de stoep tekenen als start van een hardloopwedstrijd geeft al veel plezier. Natuurlijk moet er dan ook een streep bij de finish komen.
– Geef kinderen vrijheid met stoepkrijt. Laat ze ook eens lekker hun gang gaan als ze ‘poeder’ willen maken. Leuk om zandtaartjes mee te versieren of in een zakje te doen!
– Gebruik stoepkrijt voor het tekenen van schaduwen.
– Laat kinderen voor een ander een route tekenen over het plein met stoepkrijt. Aan het eind van de route kunnen ze misschien een beloning neerleggen.
– Teken kronkelpaden voor elkaar die gevolgd moeten worden.
– Een aantal cirkels van klein naar groot tekenen met daarin cijfers, geven een leuke mogelijkheid om te mikken op het hoogste cijfer. Wie kan in de kleinste, middelste cirkel gooien?

3. Potten & pannen

– Potten en pannen zijn zeer geschikt voor de zandbak! Vraag ouders om oude potten, pannen, maar ook om spatels en gardes. Kinderen vinden het heerlijk om te ‘bakken’ en te ‘koken’ buiten. Lees ook deze blog van juf Ingelien over de buitenkeuken.
– Pannen zijn ook geschikt om muziek mee te maken. Misschien ontstaat er wel een heus muziekkorps bij jou op het plein.
– Potten en pannen in verschillende formaten lokken uit tot vergelijken van inhoud. Geef kinderen daarom ook water. Bied ook maatbekers in verschillende formaten aan. Sommige kinderen zullen de hoeveelheid water misschien al wel aflezen. Andere kinderen zullen zich verwonderen over dat de hoeveelheid water uit een volle, kleine maatbeker een grote maatbeker niet kan vullen.
– Haal potten en pannen ook als het vriest uit de schuur en laat de kinderen experimenteren met ijs en warm water.

4. Dozen

– Snijd met een mes een deur in een heel grote doos, maar haal hem er niet volledig uit. Let op welk verhaal de kinderen zullen bedenken bij dit ‘huis’. Misschien wordt het wel een hol, een ziekenhuis of een winkel! Je kunt er natuurlijk ook een raam uitsnijden.
– Gebruik een doos met twee gaten erin (voeldoos). Laat één kind buiten iets opzoeken en in de doos stoppen. De ander mag zijn handen door de gaten steken en voelen wat er in de doos zit.
– Eierdozen zijn ook goed in te zetten tijdens buitenspel. Kinderen kunnen er kleine ‘schatten’ in bewaren, die ze vinden op het plein. Daarnaast zou je verschillende afbeeldingen kunnen printen en deze in ieder vakje van de eierdoos kunnen plakken. Wat op het plaatje staat, bijvoorbeeld een blaadje of een steentje, moet je zoeken op het plein. Heb je het gevonden? Dan stop je het in het juiste vakje. Wie heeft het eerst zijn eierdoos vol?
– Neem een aantal dozen en maak er steeds een gleuf in. Schrijf cijfers op de dozen en enveloppen en laat de kinderen de post bezorgen.
– Leg verschillende kleinere dozen op het plein en laat ze er fijn mee bouwen. Je zult zien wat een spel dit uitlokt.

5. Steentjes, schelpen & takjes

– Zorg voor eierdozen waarin kinderen alle kleine materialen zoals schelpen, steentjes, takjes en blaadjes in kunnen sorteren. Misschien beginnen ze wel een winkeltje.
– Geef kinderen korte takjes in de zandbak. Hier kunnen ze weggetjes mee leggen, maar takjes die rechtop in het zand worden gestoken kunnen een muur voorstellen.
– Verschillende soorten schelpen zijn heel geschikt om allerlei afdrukken mee te maken.
– Laat kinderen met steentjes een route leggen op het plein (Hans en Grietje).
– Takjes lokken uit om mee te roeren in een pannetje, maar ook om te ‘roeren’ tussen de struiken. Laat de kinderen ontdekken wat er allemaal te vinden is onder de bomen en in het gras.
– Steentjes kunnen ook goed gebruik worden bij mikspelletjes. Mikken in pannen, blikken of doosjes bijvoorbeeld. Laat ze hun eigen spel bedenken. Geef er stoepkrijt bij. Dit lokt uit om scores, cijfers of letters op te schrijven.

6. Papier

– Papier biedt veel mogelijkheden op het plein. Laat kinderen bijvoorbeeld hun zandkasteel natekenen! Misschien kunnen ze in de klas hun bouwwerk wel nabouwen in de bouwhoek, met Kapla of kleine bouwblokjes.
– Teken een plattegrond (of laat de kinderen het zelf tekenen, bijvoorbeeld alleen van de zandbak) en zet een kruis waar je een ‘schat’ hebt verstopt.
– Wanneer het een beetje waait is het leuk om papieren vliegtuigen te vouwen buiten en te testen hoe ze het beste vliegen.
– Neem papier en stiften mee naar buiten wanneer het regent. Wat gebeurt er als het papier nat wordt?
– Laat kinderen prijsjes opschrijven bij hun gebakken zandtaartjes en plak ze aan de zandbak.
– Geef kinderen alleen maar papier en een potlood en kijk wat ze er mee gaan doen.
– Oude kranten kunnen ook voor veel plezier zorgen. Hang kranten met wasknijpers op aan een touw en laat kinderen met pittenzakken of met een bal mikken op de kranten.

7. Dekens & kussens

– Vraag ouders om oude gordijnen en kussens. Een bakje met wasknijpers erbij geeft kinderen de mogelijkheid gordijnen aan elkaar vast te maken.
– Gebruik oude dekens en gordijnen om kinderen zelf hutten mee te laten bouwen. Laat ze zelf oplossingen bedenken voor hoe ze alles vastmaken.
– Maak een ‘turnbaan’ door allemaal kussens achter elkaar te leggen. Laat ze lekker rollen en koprollen.
– Een tuinkussen kan heel veel voorstellen in het spel van kinderen. Zo kan het prima functioneren als een brancard tijdens het thema ziek zijn. Het kan een strandmatje zijn om lekker op te liggen in de zon. Meerdere tuinkussens op een rij kunnen een muur worden.

8. Planken, kokers & buizen

– Geef kokers, buizen en knikkers en laat kinderen zelf knikkerbanen maken in en om de zandbak.
– Ook planken kunnen gebruikt worden om knikkers of ballen af te laten rollen. Gebruik stoepkrijt om een streep te zetten waar de knikker stopt met rollen. Welke knikker komt het verst?
– Kokers zijn ook heel leuk om water door te laten gaan. Met buizen zouden de kinderen zelf een ‘waterglijbaan’ kunnen maken.
– Planken zijn ook heel fijn om gewoon lekker mee te sjouwen. Slepen, trekken, tillen, op de kar, van de kar.

9. Water

– Maak niet alleen gebruik van water tijdens de lente en zomer, maar bied het ook aan in de andere jaargetijden. Kinderen vinden het altijd heerlijk om te roeren in zand en water. Laat ze ook ontdekken wat er gebeurt als je water op sneeuw gooit, of warm water op ijs.
– Bied water aan bij het spel in de zandbak. Kinderen zien allerlei mogelijkheden: modder maken, ijsjes maken, riviertjes maken, door kokers laten stromen, etc.
– Laat de kinderen water vervoeren op een kar. Geef opdracht om de emmer zo vol mogelijk naar de overkant te brengen. Dat is moeilijk met al dat gehobbel.
– Lekker ouderwets op een hete zomerdag: flessen water bij elkaar omrollen met een bal. De speler die als eerste een lege fles heeft, verliest het spel.
– Gietertjes vullen en de bloemen en planten water geven.

10. Autobanden

– Autobanden zijn heel fijn om lekker mee te rollen over het plein, of misschien wel van een heuveltje af. Hoe snel rolt de band?
– Doe water, steentjes of zand aan de binnenkant. Laat kinderen ontdekken wat er gebeurt als de band gaat rollen.
– Autobanden opstapelen en er in kruipen. Kinderen vinden het fantastisch om zich op die manier te verstoppen.
– Autobanden op een rij leggen en er zand in doen: mini-zandbakjes!
– Maak een leuke schooltuin van autobanden. In iedere autoband doe je potgrond en laat je kinderen zaadjes zaaien. Laat ze samen verantwoordelijk zijn voor de schooltuin.
– Wanneer je over het thema de garage of auto’s werkt, zijn autobanden heel geschikt als themamateriaal. Laat kinderen de autobanden verkopen. Geef er stoepkrijt bij, zodat ze prijzen kunnen bedenken.
– Verdeel de gekleurde autobanden over een paar groepjes kinderen. Geef ieder groepje evenveel autobanden. Laat kinderen per groepje één voor één de gekleurde autobanden rollen naar de bijbehorende auto in dezelfde kleur. Het groepje dat als eerst alle autobanden naar de goede kleur auto heeft gerold, wint.

Extra spelmogelijkheden met een gratis download

Heb je tot hier gelezen? Dan verdien je een bonus! Speciaal voor deze blog maakte ik deze leuke download voor nog meer te gekke spelideeën voor buiten. Download de kaarten hier gratis en bekijk de door mij bedachte spelmogelijkheden.

1. Auto-estafetterace:
– Welke groep rolt als eerst alle autobanden naar de juiste auto’s toe? Je hoeft bij dit spel niet alle auto’s te gebruiken. Wanneer je auto 1 t/m 6 print en lamineert, kun je het spel al goed spelen.
– Verdeel de kinderen over twee groepen. Geef iedere groep evenveel autobanden in verschillende kleuren. De kleuren moeten overeen komen met de kleuren van de autokaarten. Hang de autokaarten op aan ramen, deuren of het hek in de buurt van de start van het spel.
– De kinderen maken een rij. Zodra het startsein klinkt, mag de eerste in de rij één gekleurde autoband laten rollen. De autoband moet gerold worden naar de autokaart in de dezelfde kleur. Daarna rent het kind terug. De volgende in de rij is aan de beurt. De groep die als eerst alle autobanden naar de goede auto’s heeft gerold, wint!

2. Sporen zoeken:
– Rol met een band door het zand en bekijk samen. Welke band heeft dit spoor gemaakt?
– Print en lamineer de auto- en sporenkaarten. Deel de sporenkaarten uit. De sporenkaart is een cijfer. Laat de kinderen de autokaart opzoeken met hetzelfde cijfer. Dit spel kun je natuurlijk ook in een estafette-vorm uitvoeren. Ga dan als volgt te werk: teken met stoepkrijt een startlijn. Leg aan de overkant de autokaarten neer van 1 t/m 12. Verdeel de kinderen in twee groepen en geef ze allemaal één autokaart, er kunnen dus maximaal 12 kinderen meedoen. Zodra het startsein klinkt rennen de eerste kinderen in de rij naar de overkant en zoeken ze de sporenkaart met hetzelfde cijfer. Welke groep heeft als eerst alle juiste kaarten bij elkaar gezocht?

3. Volg de weg:
– Laat kinderen met stoepkrijt verschillende weggetjes te tekenen. Rechte wegen, maar ook wegen met bochten. Leg aan het begin van ieder weggetje een autokaart. De kinderen pakken een autoband in dezelfde kleur en rollen de autoband over het weggetje naar het einde. Aan het einde ligt de sporenkaart met hetzelfde cijfer.

4. Racespel:
Laat kinderen een autorace uitvoeren! Teken een route of maak een parcours met pionnen. Misschien heb je wel een autoweg op je plein. Deze kun je dan goed gebruiken. Gebruik de sporenkaarten met de cijfers 1 t/m 6. Laat de kinderen één sporenkaart trekken. Is dit bijvoorbeeld sporenkaart 3? Dan gaan ze straks 3 rondes racen. Laat ze de tijd opnemen. Hierbij kun je helpen. Je kunt er voor kiezen om de race groep voor groep te doen, maar je kunt ze ook echt tegen elkaar laten racen. Welke groep heeft de race het snelst gedaan? Of welke groep is als eerst over de finishlijn?

Seizoenen

Het seizoen of het weer kan ook veel betekenen voor het spel van kinderen. Bij ieder seizoen of weer kun je wel een toffe buitenspeelactiviteit bedenken, waar ze vaak ook nog van leren. Ik zet ze even op een rij:

Lente: Laat kinderen zich verwonderen over hoe de natuur weer tot bloei komt! Ze kunnen beestjes gaan zoeken of een moestuintje gaan maken op het schoolplein. Dit zou je ook heel goed in kunnen zetten bij het project bij het boek ‘Rikki en de tuin van opa’!
Zomer: schaduwen tekenen met stoepkrijt is altijd leuk om te doen. Zo ben je ook gelijk met meten en meetkunde bezig. Een plek bouwen om te schuilen voor de zon. En schaduwtikkertje zorgt ook altijd voor veel plezier.
Herfst: blaadjes zoeken op het plein, blaadjes omtrekken met stoepkrijt. En bij regen in de herfst of winter: haal de regenmeter voor de dag! En wat dacht je van ‘regen vangen’? Dat vinden kinderen fantastisch. Laat ze maar eens een manier bedenken om de meeste regen te vangen. En bij wind: zorg dat je een aantal plastic zakken met een touw eraan op voorraad hebt liggen. Je haalt ze uit de schuur en de kinderen hebben voor uren plezier aan hun zak waar de wind in waait. Denk ook eens aan satijnlint aan een stokje. Heerlijk dat wapperende geluid van de linten om je oren.
Winter: wanneer er sneeuw ligt, hoef je als leerkracht bijna niets te zeggen. We zijn in dit seizoen misschien wel het meeste binnen. Toch valt er voor kinderen veel te ontdekken, zoals bevroren zand! Laat ze er maar op los ‘hakken’ in het zand en ontdekken.

Zo zie je maar weer, ieder seizoen heeft wel weer wat. Dat geldt ook voor ieder thema! Ambassadeur Sigrid schreef er laatst deze blog over: ‘Neem je thema mee naar buiten!‘ Voor kinderen is het heel leuk het themaspel buiten ook uit te kunnen spelen. Dus hup, de dokterskoffer mee naar buiten als je werkt over het project ziek zijn. Op naar het ziekenhuis! Of de stokpaarden, wanneer Sinterklaas weer in het land arriveert (moet je nu toch écht nog niet aan denken …).

Door iedere keer andere materialen uit de schuur te halen, is er altijd wel weer iets nieuws te ontdekken en te beleven op het plein. Veel buitenspeelplezier voor de kinderen in jouw klas, maar ook voor jezelf!