Misschien heb je het wel eens gelezen: het thematisch werken en thematiseren. Het zijn termen die regelmatig voorbij komen en waar mensen vragen over hebben. Het onderwijs aan jonge kinderen wordt vaak binnen thema’s aangeboden. Thematisch werken dus. Maar, wat is eigenlijk het verschil tussen thematisch werken en thematiseren? Op welke manier pas je het thematiseren toe in een onderbouwgroep? Hoe richt je je thematisch aanbod in en wat gebruik je hiervoor? Arina van Gelder, werkzaam als leerkracht in groep 2-3 op ikc De Brink in Zwijndrecht en Maartje Ramakers, werkzaam als leerkracht in groep 1-2-3 op basisschool de Weiert in Arcen, nemen je in deze blog mee in de wereld van thema’s en spel. Ze vertellen over het ontwerpen van betekenisvol aanbod en hoe je dit zo kunt inrichten, eventueel met projecten van Kleuteruniversiteit.
Kinderen leren het beste wanneer ze intrinsiek gemotiveerd zijn en een thema dat leeft binnen de belevingswereld van kinderen werkt vergroot de betrokkenheid. Dat geldt overigens niet alleen voor kleuters maar voor ieder kind. Is het werken met een thema hetzelfde als thematiseren? Het antwoord: nee. Voordat we dieper ingaan op het inrichten en organiseren van je aanbod zoomen we eerst in op de begrippen thematisch werken en thematiseren.
Thematiseren <> thematisch werken
Wanneer je als leerkracht activiteiten, kennis en taal aanreikt binnen een thema ben je bezig met thematisch werken. Thematiseren wordt echter gedefinieerd als ‘het laten groeien en opbouwen van een stroom van betekenisvolle activiteiten voor kinderen én de onderwijsprofessional rond een inspirerend thema, aangestuurd door inbreng en vragen van kinderen’ (Bouwman, Houtsma, Mulder, & Wanningen, 2022). Het thematiseren is daarmee een betekenisvol, dynamisch en interactief proces.
Het opzetten van hoeken samen met kinderen, deze evalueren weer bijstellen en opnieuw inrichten past bijvoorbeeld bij dit thematiseren. Denk aan een bloemenwinkel die is ontstaan op initiatief van kinderen. Wat er nodig is in die winkel hebben de kinderen zelf bedacht, meegenomen of gemaakt. Nadat de groep een week werkzaam is geweest in de bloemenwinkel komen een paar kinderen erachter dat ze wat materialen missen. Ook dit materiaal wordt gefaciliteerd, door de kinderen, vanuit thuis of het wordt gecreëerd op school. Wanneer jij de kinderen een stem geeft en inspraak laat hebben in het proces en je thema, ben je bezig met thematiseren. Er is sprake van wederkerigheid. Kinderen worden serieus betrokken om van het thema een succes te maken. Ook betekenisvolle activiteiten in (kleine) kringen horen hierbij. Voorbeelden van hoe je deze activiteiten kiest, inzet en je organisatie neerzet, geven we in deze blog.
Tijdens de voorbereiding en keuze van een thema wordt de inhoud verbonden met de interesses van de kinderen en de doelen die de leerkracht centraal wil stellen. In een startweek zijn er startactiviteiten waarin de kinderen enthousiast worden gemaakt en meegenomen worden in het thema. Na de startweek begint de leerkracht met de echte uitvoering van het thema door aan te sluiten aan de onderwijsbehoeften en te reflecteren met de kinderen. Kinderen mogen laten zien wat ze geleerd en gedaan hebben door terug te kijken op de activiteiten. Naarmate het thema een aantal weken duurt hebben kinderen inspraak in hoeken en het onderwijs en wordt het aanbod door de evaluaties met kinderen steeds bijgesteld.
Kleuteruniversiteit en thematiseren
Kleuteruniversiteit start elk project met een enthousiasmerende activiteit om de kinderen direct te betrekken bij het thema. De activiteiten van projecten kunnen ingezet worden op verschillende manieren: grote kring, kleine kring, individueel, maar ook geïntegreerd in spel of hoeken. Kinderen nemen hun ervaringen en de uitgevoerde activiteit namelijk mee in de ingerichte speelleeromgeving. Een speelleeromgeving met een diversiteit aan materiaal passend bij verschillende ontwikkelniveaus van kinderen. Deze omgeving is een voorwaarde om vervolgens in bijvoorbeeld een kleine kring aan de slag te gaan. Start met een loopronde en ga daarna, wanneer iedereen aan het werk is, met een klein groepje kinderen in de kring en voer een activiteit uit over een specifiek doel. Geef het materiaal passend bij de activiteit na het uitvoeren mee aan de kinderen en laat ze er tijdens de speelwerktijd zelf nog meer experimenteren. Je zult merken dat andere kinderen ook geïnteresseerd zijn en vanuit intrinsieke motivatie gaan meespelen. Op deze manier zul je hogere betrokkenheid bereiken dan in een grote kring met de hele klas!
In de praktijk
In de groep 2/3 van Arina is er onlangs gewerkt over je eigen wijk/straat. Met de gehele groep is er een droomwijk ontworpen. Zo werd er gestart met het maken van huizen. Al snel vonden de kinderen dat een school niet kon ontbreken en zo ontstond ook het idee van een speeltuin. Het ene kind ging aan de slag met het maken van een schommel van lego en een ander ontwierp een zandbak met papier en kinetisch zand. Van K’nex werden draaimolens gemaakt en de kinderen in de draaimolens waren getekend en op de stoeltjes geplakt. Steeds was er aandacht voor de verhoudingen en is het doel meten veelvuldig aan bod gekomen. De later toegevoegde kinderboerderij en het park wilden de kinderen met blokjes en Kapla maken. Bij elk ontwerp was er aandacht voor de stevigheid. De woordenschat van de kinderen werd spelenderwijs en al werkend uitgebreid tijdens het ontstaan van de droomwijk.
Geletterdheid ontstond doordat er verkeersborden bij kwamen en gebouwen kregen een naam door de kinderen verzonnen en geschreven.
De reken- en taalactiviteiten voor zowel de grote en kleine kring werden ingezet uit het project Bij ons in de straat van Kleuteruniversiteit. De doelen die Arina centraal had staan, kwamen op deze manier ook in de kringen aan bod. Uiteraard maakte ze gebruik van de activiteiten die passend waren bij de betreffende groep. Niet iedere activiteit uit een project wordt uitgevoerd. Jij bent de leerkracht en kent je groep het best: jij bepaalt!
Er zijn inmiddels ook Kleuteruniversiteit projecten geschreven die de inbreng van kinderen aanzienlijk vergroten. Kinderen kiezen bijvoorbeeld hoe de lessen gaan verlopen bij het project Meneer Das en mevrouw Ping door na elke gegeven activiteit te stemmen met welke optie ze verder willen gaan. De leerkracht sluit hierop aan. Je vergroot met deze projecten niet alleen het eigenaarschap van kinderen, je werkt tegelijkertijd rondom burgerschap.
Kleine of grote kring?
Wat bied je aan in je kringen en doe je dit klassikaal of met een kleinere groep? Dit zijn vragen waar je organisatie en het inrichten van je aanbod betrekking op hebben. Ook de visie van de school en aanpak in jouw onderbouw spelen hierin een rol. Wij geven je wel graag wat tips over hoe wij in de kring gaan en wat voor ons werkt.
- Het aanbod in de (kleine) kring is passend bij doelen van betreffende periode. Wij verdelen de doelen uit ons leerlingvolgsysteem over een schooljaar en deze komen vervolgens per thema aan bod. Tijdens de themavoorbereiding analyseren we welke kinderen extra aandacht kunnen gebruiken bij een specifiek doel en hier ontwerpen we (kleine) kringen voor. Dit gebeurt bijvoorbeeld met activiteiten uit Kleuteruniversiteit projecten. Door ook in de kring binnen het thema te blijven werken bied je doelen thematisch aan en de ervaring leert dat kleuters dan vaak erg betrokken zijn.
- Een andere tip is: interactie en actieve kringen. Dit zijn kringen waarbij veel onderlinge interactie is, er ruimte is voor dialoog en kinderen actief kunnen verwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan coöperatieve werkvormen, zelfstandige verwerking door het antwoord op een vraag te tekenen of het werken met knijpkaarten. Middels deze werkvormen neemt ieder kind actief deel en kunnen alle kinderen evenveel inbreng hebben in de kring. Maartje schreef eerder deze blog over knijpkaarten met daarin een gratis download met knijpkaarten die je in jouw groep in kan zetten!
- Een laatste tip: denk bij het geven van kringen niet alleen aan de echte fysieke kring, waarbij de kinderen om je heen zitten. Een kleine kring is namelijk ook het geven van een gerichte spelimpuls in een hoek en vervolgens het begeleiden hiervan! Het helpt als je van tevoren voor ogen hebt waar je aan wil werken en wat je met deze kinderen wil bereiken. Alles dat je aandacht geeft groeit: of de instructie nu in de kring is of in een hoek.
Mocht je aan de slag gaan met het inrichten van je kringen met bijvoorbeeld de knijpkaarten, deel dan vooral ervaringen in de Facebookgroep Vrienden van Kleuteruniversiteit! Wil je meer van onze klassen zien? Volg ons dan op Instagram: @deklasvanjufmaartje en @juf_arina.