Stoeien met kleuters

Ester Klaver is leerkracht van groep 1-2-3 op de Bosbergschool in Hollandsche Rading. De kinderen uit haar groep stoeien regelmatig. In deze blog kun je lezen over het belang van stoeien en krijg je voorbeelden van stoeispelletjes die je met jouw klas kunt uitvoeren.

In mijn werk als leerkracht van jonge kinderen heb ik gemerkt dat deze kinderen een grote bewegingsdrang hebben. Ook zag ik (vooral jongens) vaak wild met elkaar spelen en spelletjes als boefje en agent, soldaatje of cowboy spelen waarbij veel ‘geschoten’ en ‘gepakt’ werd. Steeds was er bij mij de vraag, laat ik dit gaan of grijp ik in? Ook merkte ik dat mijn mannelijke collega’s de kinderen veel langer lieten doorspelen waar ik al zou ingrijpen. Dit zette mij aan het denken. Waarom zou er een verschil zijn? Ik deed wat navraag en onderzoek en kwam tot de conclusie dat het best eens aan mijn ‘vrouw-zijn’ kon liggen. Ik merkte dat juffen vaak te weinig kennis hebben van de ontwikkeling van jongens en te weinig oog voor de behoefte van deze jongens. Inclusief ikzelf dus. Ik besloot dat ik dit wilde veranderen en anders aan moest kijken tegen het spelend vechten van de jongens. Ik zag dit spel als iets negatiefs, maar was dit eigenlijk wel zo?

Stoeien of vechten?

Eerst is het handig om het verschil duidelijk te hebben tussen stoeien en vechten: Vechten gebeurt vanuit een conflict en is gebaseerd op agressie. De deelnemers aan het gevecht proberen elkaar opzettelijk pijn te doen. Stoeien is een spel met regels en afspraken. Het wordt gebruikt om krachten te meten en de intentie om de ander pijn te doen is er niet. Stoeien gebeurt vrijwillig en gaat uit van plezier. Spelend vechten is een rollenspel waarbij het gaat om rolverdeling, taken, afspraken en spel. Eigenlijk leren kinderen hier dus veel van. Spelend vechten is niet gebaseerd op agressie.

Nadat ik me van bovenstaande meer bewust was, besloot ik om vaker stoeien in te zetten en toe te laten. Want het was me inmiddels duidelijk dat er wel degelijk belang zit in het stoeien bij jonge kinderen. Het heeft een positief effect op de totale ontwikkeling van kinderen. Niet alleen op het lichamelijk of motorisch vlak, maar ook sociaal-emotioneel en cognitief. Kinderen experimenteren tijdens het stoeien met verschillende rollen. Ze leren hun gedrag te reguleren, worden zich meer bewust van hun eigen lichaam en de mogelijkheden daarvan. Ze leren grenzen aangeven en de grenzen van een ander te respecteren.

Het is een feit dat jongens vaker uit zichzelf zullen stoeien dan meisjes. Dit komt omdat jongens sneller communiceren via fysiek contact, waar meisjes dit eerder verbaal doen. Ook testosteron speelt hierbij een rol. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat meisjes geen plezier kunnen beleven aan stoeien of hier iets van leren. Stoeien heeft een positief effect op zowel meisjes als jongens.

Inmiddels is stoeien al vele jaren een onderdeel van mijn onderwijs. Hieronder geef ik een aantal tips om aan de slag te gaan met stoeien in jouw groep.

Aan de slag!

Als je wilt dat het stoeien voor iedereen plezierig en positief verloopt, is het nodig om duidelijke afspraken te maken die voor ieder kind gelden. Bij mij in de groep gelden de volgende afspraken tijdens het stoeien:

  • Stoeien gebeurt op een vaste plek -> Binnen op een mat, buiten in de zandbak
  • Stoeien gebeurt 1 tegen 1
  • “Stop!” betekent ook echt stop. Dit woord is voor iedereen duidelijk en moet altijd worden opgevolgd.

Er zijn bij mij in de klas verschillende manieren van stoeien.

  • Vrij stoeien -> dit is altijd buiten en gebeurt altijd in de zandbak. Hier houden de kinderen zich aan de algemene stoei afspraken. Er is wel een maximum aantal kinderen dat tegelijk in de zandbak mag stoeien in verband met de veiligheid.

Tijdens het stoeien hou ik een oogje in het zeil. Wanneer ik zie dat het goed gaat neem ik wat meer afstand. Het is belangrijk om het stoeien te begeleiden, maar niet te leiden. Een ongelukje kan natuurlijk altijd gebeuren. Ook kan het gebeuren dat de kinderen tijdens het stoeien toch echte ruzie krijgen. Grijp deze momenten aan als leermoment. Zie het als een kans om de kinderen iets te leren.

  • Geleid stoeien -> Dit zijn stoei spelletjes die we doen tijdens de gymles of tijdens het buiten spelen. Hierbij let ik altijd op de lengte en het gewicht van de kinderen die ik tegenover elkaar zet in een spel. Dat zorgt ervoor dat de leerlingen aan elkaar gewaagd zijn. Als stoeien nog nieuw is in jouw klas, kun je ervoor kiezen om juist vriendjes/ vriendinnetjes met elkaar te laten stoeien zodat ze meer vertrouwd zijn met het elkaar vastpakken.

Welke stoeispelletjes zou je kunnen doen?

Binnen:

  • Bal afpakken: twee kinderen zitten op hun knieën op de mat. Het ene kind houdt de bal stevig vast, de ander probeert deze af te pakken. Wanneer dit is gelukt, wisselen ze van rol.
  • Broodje worst: een kind ligt tussen een dubbelgevouwen gymmat en is de worst. Het andere kind ligt boven op de mat. De worst probeert uit het broodje te ontsnappen.
  • Pak de ring: in het midden van de mat ligt een ring. Beide kinderen proberen de ring aan hun eigen kant van de mat te leggen.
  • Draaien maar!: een kind ligt op de rug op de mat, het andere kind probeert hem naar de buik te draaien.
  • Lintje afpakken: beide kindje hebben een gym lintje achter in hun broek. Ze zitten op hun knieën op de mat en proberen elkaars lintje af te pakken.
  • Pion stoeien: beide kinderen hebben een pion op de mat staan die ze verdedigen. Ze proberen de pion van de ander om te tikken.
  • Duwen!: twee kinderen zitten op de knieën op de mat. Ze proberen elkaar van de mat af te duwen.
  • Stoeien op tijd: twee kinderen stoeien met elkaar, een derde is de scheidrechter. Deze heeft een zandloper op stopwatch en zet deze op 1 minuut. Als de tijd om is roept hij stop! De kinderen wisselen van rol.

Buiten:

  • Voetje van de vloer: het ene kind probeert de andere zo op te tillen dat de voeten van de vloer zijn. Zodra dat is gelukt de ander direct weer neerzetten. Daarna wisselen van rol.
  • Grondgevecht: De kinderen staan tegenover elkaar en proberen elkaar op de grond te krijgen. Dit doen ze door trekken aan de armen.
  • Hinkel stoei: Beide kinderen staan op één been. Door schouderduwen proberen ze de ander uit balans te brengen en zo het andere been ook neer te zetten. Een kind is de aanvaller, de ander de verdediger.

Alle beschreven binnenspellen, kunnen natuurlijk ook buiten worden gespeeld.

Hopelijk ben je na het lezen van deze blog geïnspireerd geraakt om ook te gaan stoeien met jouw groep. Of misschien doe je al aan stoeien met jouw groep en heb je nog leuke spellen die je wilt delen met andere leerkrachten. Dit kun je doen op de facebookgroep vrienden van Kleuteruniversiteit. Als je vaker voorbeelden van stoeien wil zien of wat ik nog meer allemaal doe in mijn klas, volg me dan op mijn Instagram @jufesterklaver