Heb jij de blog over het organiseren van een goede spelles gelezen? Je leest ‘m hier. Het lukt ambassadeurs Linda en Janneke steeds beter een goede spelles te organiseren. Ze bereiden de spelles goed voor en denken na over het spel, de ruimte, het aantal kinderen dat aan het spel meedoet, de actie en rust en het materiaal. Tijd om met de kinderen in actie te komen. Hoe begeleid je nu zo’n spelles? Daar gaan ze in deze blog verder op in.
Na de voorbereiding is het tijd om met de kinderen de gymzaal in te gaan. Wat doe je dan? Hoe begeleid je de kinderen bij het spel dat jij zo goed hebt voorbereid? Zoals we in onze vorige blog vertelden, kunnen lange wachttijden tijdens de speluitleg voor onrust zorgen. Het is daarom belangrijk dat je helemaal klaar bent voor de uitleg en de volgende stappen volgt.
De uitleg
Laat alle kinderen plaatsnemen op een plek waar ze jou allemaal kunnen zien en jij hen. Zorg dat alle materialen klaar staan en binnen handbereik zijn tijdens je uitleg. Zo kun je vlot door je uitleg heen gaan, zonder dat je ondertussen hoeft te zoeken naar spullen. Kondig vervolgens het spel aan met de naam van het spel en prikkel de aandacht door bijvoorbeeld een vraag te stellen, zoals ‘Ik ben benieuwd wie snel een hoepel kan vinden en erin kan staan’. Houd de informatie kort en laat zien wat je uitlegt, zodat de kinderen een voorbeeld hebben. Speel altijd zelf de hoofdrol tijdens het geven van een voorbeeld, zodat de kinderen jou kunnen imiteren. Gebruik hierbij ‘plaatje-praatje-daadje’: de kinderen zien wat er in de speelzaal klaar staat (het plaatje), jij legt uit (praatje) en vervolgens laat je het zien (daadje).
Start van het spel
Speel een proefrondje om te kijken of het spel werkt. Hierbij kun je heel goed zien waar je nog extra uitleg kunt geven. En stip aan wat juist heel goed gaat. De kinderen blijven die positieve acties uitvoeren. Is het proefrondje goed gegaan, dan verdeel jij als begeleider de rollen en eventueel het materiaal, zodat de kinderen aan de slag kunnen. Spreek een duidelijk begin en eindsignaal af, zodat de kinderen weten wanneer het spel start en eindigt.
Wees enthousiast
Jouw enthousiasme tijdens de spelles is van cruciaal belang. Moedig de kinderen aan; je zal merken dat ze daardoor het plezier in het spel blijven behouden. Doordat jij gedreven en betrokken bent, zul je dit van de kinderen terugkrijgen.
Observeer
Jij bent en blijft de leerkracht tijdens de les. Zorg er door observaties voor dat de organisatie in het spel behouden blijft en dat het spel eerlijk blijft verlopen. Merk je dat iets in de organisatie niet goed gaat, bijvoorbeeld in het gebruik van de ruimte, het gebruik van materiaal of het naleven van afspraken en regels waardoor de sfeer in het spel afneemt, kijk dan hoe je dit kunt begeleiden. Kijk of je kunt ingrijpen zonder het spel te stoppen. Kan dit niet, leg dan het spel even kort stil, zodat je een kleine aanpassing in het spel kunt doen en het spel soepeler zal verlopen.
Speel mee
Kinderen vinden niets leuker dan dat jij meespeelt. Ze kunnen je dan imiteren, maar ook uitdagen. Maar jij kunt de kinderen ook uitdagen en ze zo verder helpen in hun speeldrang. Je zal dit een volgende ronde of de volgende keer dat je dit spel herhaalt terugzien in het spel van de kinderen. Speel niet de hele les mee, want dan kun je niet meer observeren. Doe dit een ronde tussendoor of aan het eind van de les.
Meerdere spellen tijdens je spelles
Zoals we in onze vorige blog benoemden, kun je tijdens je spelles ook meerdere spellen aanbieden. Let er dan wel op dat je één spel nieuw aanbiedt waarbij jij kunt begeleiden en dat de andere spellen bekend zijn bij de kinderen. Mocht je besloten hebben in vakken te werken, dan ga je ook door wisselen, zodat alle kinderen alle spellen in de spelles spelen. Spreek aan het begin van je les een signaal af. Bijvoorbeeld het klappen in je handen, waarbij alle kinderen moeten gaan zitten. Voordat je door wisselt kun je de kinderen kort feedback geven. Wat ging goed en wat ging minder goed? Zo weten de volgende groepen waar ze op kunnen letten. Vervolgens kun je de groepen op jouw teken door laten wisselen. Dit kan op verschillende manieren; bekijk wat bij jou en jouw groep past. Linda geeft de groepen bijvoorbeeld een kleur en zegt ‘groep geel gaat naar vos kom uit je hol, groep blauw gaat naar tikkertje’, etc. Laat de kinderen weer op een afgesproken signaal starten met het spel.
Het einde van de spelles
Kondig op tijd het einde van de les aan. Zeg bijvoorbeeld ‘we spelen nog één ronde’. Hierdoor kunnen de kinderen zich erop instellen en nog een keer alles geven. Speel je de spelles in vakken, dan spreekt het einde van de les voor zich. Voor jou als leerkracht tenminste, maar niet voor alle kinderen die helemaal in de spelles zitten. Zij hebben niet altijd in de gaten dat ze met het laatste spel bezig zijn. Om onduidelijkheid te voorkomen, geef je bij de laatste keer wisselen aan dat dit het laatste spel wordt.
We hopen dat we je met deze blog hebben kunnen inspireren in het begeleiden van een spelles. Heb je verder nog tips, dan horen wij die natuurlijk ook graag. Het belangrijkste bij alles wat je doet: wees zelf enthousiast, dan worden de kinderen dat vanzelf ook! Wil je meepraten over dit onderwerp of heb je nog vragen? Doe dit dan op de Facebook-pagina Vrienden van Kleuteruniversiteit. Vind je het leuk om meer te zien over wat wij doen in de klas? Volg ons dan op Instagram via @kleuterjuf_janneke en @juflinda.m.