Spelbegeleiding in de praktijk

Meriël Bouwman is leerkracht in groep 2-3 op basisschool Sint Jan in Breezand en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In deze blog vertelt zij over hoe je kunt meespelen met kinderen.

In een kleutergroep staat spel centraal. Kleuters leren door te spelen en de wereld te imiteren. (Kleuter)leerkrachten hebben tijdens de schooldag verschillende taken. Zo zijn zij bezig met het volgen en observeren van de kinderen, maar ook met het begeleiden van het spel. Regelmatig hoor je kleuterleerkrachten zeggen dat zij meespelen met de kinderen. Maar hoe pak je dit aan? Op welke verschillende manieren kun je met de kinderen meespelen? Spel van kinderen begeleiden kan op aantal verschillende manieren: vooraf, tijdens en achteraf. Per situatie kan het verschillen welke manier van spelbegeleiding je kiest.

Voor het spelen
Het begeleiden van spel kan al beginnen voor het spelen. Door met de kinderen te bespreken wat hun plan is tijdens het spelen, kun je het spel van kinderen begeleiden. De kinderen kunnen met jouw hulp de plannen op elkaar afstemmen. Ook kun je vooraf input geven door verhalen te vertellen. Door een verhaal te vertellen dat past bij het thema van de klas, kun je kinderen op idee brengen. Je kunt ook verwijzen naar een voorgelezen verhaal. Kunnen de kinderen dat verhaal misschien naspelen?

Kinderen die het lastig vinden om zelf een spelverhaal te verzinnen, kunnen ook veel steun krijgen aan het zien van spel. Je kunt een stuk rollenspel voorspelen. Bij het voorspelen kun je de kinderen een klein rollenspel laten zien, met de daarbij passende rolgebonden handelingen en passende taal. Vaak zie je dat kinderen in eerste instantie alleen jouw stukje spel nadoen. Dit is niet erg, kinderen leren door te imiteren. Als de kinderen verder zijn in hun spelontwikkeling, zullen zij zelf dingen toevoegen aan het spelverhaal of een geheel eigen spelverhaal verzinnen.

Tijdens het spelen
Wanneer het spelen start, houdt de rol van de leerkracht niet op. Veel leerkrachten lopen rond in de klas en buurten even bij alle kinderen. Maar er zit wel degelijk verschil tussen even langslopen en buurten en tussen daadwerkelijk begeleiden van spel. De meeste gehoorde begeleidingsvorm is meespelen en meespelen kan op verschillende manieren.

Je kunt meespelen door bijvoorbeeld een rol in te nemen. Je bent in het spel nu echt de rol die je hebt aangenomen en speelt mee met de kinderen. Een techniek om mee te spelen met de kinderen is de 3’vs: verkennen, verbinden en verrijken.

– Verkennen: Dit is de eerste stap. Je start met het verkennen van het spel van de kinderen. Je kijkt en luistert; wat zijn de kinderen aan het spelen, waar ligt de betrokkenheid?
– Verbinden: De volgende stap is dat je jezelf verbindt aan het spel van de kinderen. Je sluit aan bij het spel, zonder hier veranderingen in aan te willen brengen.
– Verrijken: Uiteindelijk kijk je of je tijdens het spelen het spel kunt verrijken. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een probleem in te brengen of door verdiepingsvragen te stellen.
Bron: Dorian de Haan (2012)

Ik speel vandaag mee met een groepje kinderen in de huishoek. Ik mag de patiënt zijn; wat is er nou leuker dan je juf behandelen? Ik wil graag een afspraak maken bij de dokter. Dat kan. Ik mag gaan zitten in de wachtkamer. Ik vraag aan de assistente of ze dit allemaal wel goed kan onthouden. Ze denkt even na, “Eigenlijk moet ik dit opschrijven, mijn moeder zegt dat je het dan niet kunt vergeten.” We komen tot de conclusie dat er een agenda moet worden toegevoegd. Dit is snel geregeld door papier en een pen te pakken.

In bovenstaande situatie kun je lezen dat het toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden niet moeilijk hoeft te zijn. Door mee te spelen met de kinderen, kun je al snel kansen zien voor verrijking van het spel.

Tijdens het spelen kun je een interessant probleem inbrengen. Door een probleem in te brengen, stimuleer je de kinderen om weer verder te spelen en het probleem kan kansen geven om het spel verder uit te breiden. Zoals het probleem van de assistente die geen agenda heeft.

Voor sommige kinderen kan het helpen om te verwoorden wat de kinderen doen. Je geeft letterlijk taal aan de handelingen die de kinderen doen. “Je roert in de pan? Soep.” Vooral kinderen met een achterstand in de taalontwikkeling kan dit helpen. Deze kinderen doen vaak veel handelingen, maar spelen nog geen compleet rollenspel, mede doordat de taalontwikkeling ze daarbij in de weg kan zitten. Bij rollenspel is taal namelijk nodig.

Je kunt het spel van kinderen ook van de zijkant regisseren. Zo kun je het spel sturen en aanwijzingen geven. Je kunt informatie geven, zoals: “In een winkel kun je betalen met geld, maar je kunt vaak ook pinnen.” Kinderen kunnen deze informatie meenemen in het spel en een klant in de winkelhoek een keuze geven. Ook kun je acties stimuleren. Bijvoorbeeld door een handeling te benoemen die een kind kan doen. “Ben jij de serveerster? Kun jij dan de bestelling opnemen bij die tafel? Vraag maar even wat ze wil drinken.” Als leerkracht heb je op deze manier een sturende rol in het spel. Dit kan kinderen helpen om een spelverhaal uit te spelen en de stappen in een verhaal te leren begrijpen.


Na het spelen
Ook bij de afronding van het spel heeft de leerkracht een belangrijke rol. Dit is bij het opruimen, maar ook daarna. Terugblikken op spel is namelijk een waardevol leermoment. Een gesprek waarbij teruggeblikt kan worden op het spel geeft de kinderen kans om over hun ervaringen te vertellen. Ook kun je samen tot de conclusie komen dat je nog iets mist in de hoek. Terugblikken kan ook aan de hand van foto’s. Maak tijdens het spelen eens foto’s van het spel dat te zien is. Toon de foto’s na het spelen op het digibord en vraag de kinderen hier iets over te vertellen.

Ik hoop dat je na het lezen van deze blog geïnspireerd bent geraakt om op verschillende manieren het spel in de klas te gaan begeleiden. Heb je na het lezen van deze blog nog een vraag, stel deze dan in de Facebook-groep Vrienden van Kleuteruniversiteit. Je kunt mij ook vinden op Instagram. Op Instagram neem ik je geregeld mee mijn groep in.