Annelieke is ambassadeur van Kleuteruniversiteit is werkzaam in de groepen 1/2/3 op Jenaplanschool De Open Hof in Hoogerheide.
Het klinkt allemaal heel leuk, iedere leerling geven wat hij/ zij nodig heeft, maar hoe doe je dat in de praktijk als je een volle klas hebt? Kan dat eigenlijk wel? Ja, ik vind van wel! Ik werk in mijn klas al drie jaar met de plusprojecten van Kleuteruniversiteit en voer ze drie keer per week uit in kleine kringen tijdens de werkperiodes. Sinds dit jaar doen ook de kinderen van groep 3 mee! Hoe je dat goed kunt organiseren (ook zonder groep 3 kinderen) lees je in deze blog.
Net als kinderen die wat extra hulp nodig hebben moet je ook nadenken en tijd maken voor de kinderen die extra uitdaging kunnen gebruiken. Om deze kinderen die extra uitdaging te kunnen bieden heeft Kleuteruniversiteit plusprojecten ontwikkeld en er zijn inmiddels al 22. In de plusprojecten wordt echt meer uitdaging geboden. Zo zijn de kinderen o.a. bezig met getallen boven de 20, maken ze met klanken woorden, zijn ze aan het meten, oefenen ze met redeneren en nog veel meer. De plusprojecten zijn kant en klaar en zorgen keer op keer dat jij er direct mee aan de slag kunt. De plusprojecten zijn geschreven bij boeken die net iets meer uitdaging bieden waardoor de kinderen ook tijdens het voorlezen al geprikkeld worden en nieuwsgierig worden gemaakt.
De eerste stap die je neemt met het plusproject is deze te laten aansluiten bij het thema van je klas. Zo zijn de kinderen toch betrokken bij de activiteiten die de rest van de groep onderneemt en krijgen ze extra verdieping. Het is ook raadzaam de ondernomen activiteiten te laten presenteren aan de rest van de groep. Doordat er zoveel plusprojecten zijn, is het makkelijk om met het plusproject aan te sluiten bij het thema van je groep.
Wanneer je een plusproject gekozen hebt, kun je aan de slag. Het is verstandig eerst te gaan oefenen en aandacht te besteden aan de organisatie. “Oefenen?” Ja, eerst oefenen met je klas! Je bent 15 tot 20 minuten per keer bezig met het plusproject in een kleine kring. De andere kinderen moeten weten wat er dan van hen wordt verwacht. Ik plan deze kleine kringen altijd tijdens een werkperiode. In mijn groep is altijd de afspraak dat kinderen niet zomaar gaan roepen om de juf of hun vinger opsteken als ze hulp nodig hebben. Op een centrale plaats in de klas zit de klassenpop en hier staat een bekertje met naamkaartjes. Als de kinderen een vraag hebben die niet door klasgenoten opgelost kan worden, dan pakken de kinderen hun naamkaartje en zetten deze in een houder. De kinderen weten dat zodra ik tijd heb, ik ga rondlopen en deze kinderen kom helpen. De kinderen hoeven niet te wachten bij hun werkje. Ze mogen het werkje waarbij ze vastlopen laten liggen en een ander klein werkje pakken (een puzzel/ klei/ kralen/ kleurplaat etc.).
In de klas hangt een stoplicht. Met dit stoplicht geef ik aan of ik hulprondes loop of dat ik bezig ben en niet gestoord kan worden. Je kunt dit ook op andere manieren aangeven: Door het dragen van een ketting of een ander signaal. Als de afspraken voor de kinderen maar duidelijk zijn. (Als het stoplicht op groen hangt dan weten de kinderen dat de juf rondloopt om te helpen/ vragen te beantwoorden en mee te spelen. Als dit stoplicht op rood hangt dan weten de kinderen dat ze de juf niet mogen storen.) Deze vorm van organiseren heb ik eerst een aantal keer geoefend zonder dat ik met een groep kinderen bezig was. Zo had ik tijd om kinderen te begeleiden, te observeren en de afspraken te oefenen. Iedere werkperiode evalueer ik samen met de kinderen. Wat ging er goed (tops) en wat zou je volgende keer anders doen (tips).
Na een aantal weken oefenen ging het steeds beter en kon ik aan de slag met het plusproject. Gaat dit nu altijd goed? Nee, natuurlijk niet. Nieuwe kinderen hebben er altijd even moeite mee maar door deze kinderen te koppelen aan een maatje, die ze helpt tijdens het werken, hebben ze snel door wat de afspraken zijn en worden ze als vanzelf meegenomen in de klassenorganisatie. Daarnaast gebeurt het ook soms dat er onenigheid is tussen kinderen. Pas als ze dit echt niet zelf kunnen oplossen loop ik er naar toe en probeer het kort en snel op te lossen. Na de kleine kring bespreek ik dat dan na met die kinderen.
Met het plusproject doen in ieder geval de kinderen mee die extra uitdaging nodig hebben. Daarnaast hebben alle kinderen de keuzevrijheid om mee te doen wanneer zij dat willen. De enige afspraak is: Heb je ervoor gekozen om mee te doen? Dan maak je de activiteit ook af.
Door deze manier van organiseren tijdens de werkperiodes heb ik 3x per week tijd om met een groepje kinderen te werken aan het plusproject dat aansluit bij het thema van de klas. Na de werkperiode vertellen de kinderen wat ze tijdens de kleine kringen hebben gedaan.
Bij mij in de klas werkt dit inmiddels heel goed. Zelfs zo goed dat ik sinds dit schooljaar groep 1/2/3 heb en dus bijna alleen nog maar werk in kleine kringen op verschillende niveaus. Het aanbieden van de plusprojecten activiteiten maakt nu gewoon onderdeel uit van de kleine kringen. Ik ben heel benieuwd hoe jij in je klas werkt met de plusprojecten van Kleuteruniversiteit. Heb jij nog een super tip om het goed te organiseren? Hoe geef jij aan dat je bezig bent en niet kunt helpen? En als je nog niet werkte met de plusprojecten of je uit de voeten kunt met deze manier van organiseren, hoop ik dat mijn blog je op weg heeft geholpen.
Heb je nog vragen? Je kunt de ambassadeurs bereiken via de Vrienden van Kleuteruniversiteit groep op Facebook of mail naar ambassadeur@kleuteruniversiteit.nl. Ik ben ook actief op Facebook en Instagram als JufAnnelieke.