Sigrid Olivier is werkzaam op CBS Het Baken en is ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In dit blog vertelt ze hoe ze met behulp van materialen en projecten van Kleuteruniversiteit het Expliciete Directe Instructie-model inzet in haar kleutergroep.
Op veel scholen is het Expliciete Directe Instructie-model verplicht ingevoerd van groep 1 tot en met groep 8. Van leerkrachten wordt verwacht dat veel lessen met dit model worden aangeboden. Zo ook op de school waar ik werkzaam ben. En eerlijk is eerlijk, hoe goed ik het ook vind dat leerstof in stapjes wordt aangereikt en dit voldoende geoefend wordt, het is zeker een uitdaging te noemen om op deze manier te werken in een kleutergroep. Dat ligt vooral aan de wijze waarop kleuters leren. Want kleuters leren door middel van spel. Ze moeten vooral veel spelen in een rijke omgeving met materialen die aansluiten bij de belevingswereld van het jonge kind. Het stukje verwerking van nieuwe leerstof vindt dus op een heel andere manier plaats bij kleuters dan bij kinderen in de groepen 3 tot en met 8.
Ik maak graag duidelijk dat ik in dit blog niet wil ingaan op de discussie of het EDI-model wel of niet verstandig is bij kleuters. Op veel scholen is nu eenmaal de beslissing genomen is om er met groep 1 tot en met 8 mee te werken. Ik wil graag mijn ervaringen delen, hoe ik EDI verwerk in mijn lessen en hoe materialen en lessen van Kleuteruniversiteit mij daarbij geholpen hebben. Kortom: hoe maak je het EDI-model werkbaar bij kleuters en wat levert het je op? Op die vragen hoop ik je antwoord te kunnen geven.
In augustus 2017 kreeg ik het boek Expliciete Directe Instructie van mijn directie ter voorbereiding op een studiedag over EDI. Nu vraag je je misschien af: wat is EDI eigenlijk? Dat leg ik je graag uit. Het EDI-model is ontworpen om de leerwinst te doen toenemen en gedragsproblemen te laten afnemen door kwalitatief goede instructie te geven en door leerlingen actief te betrekken bij de inhoud van de lessen. Op onze school werd deze manier van werken ingevoerd in de groepen 1 tot en met 8. En omdat ik altijd in ben voor een nieuwe uitdaging begon ik enthousiast aan dit boek. Ik vind het een heel prettig boek om te lezen, alleen miste ik wel duidelijke voorbeelden hoe je het EDI-model kunt toepassen in de groepen 1 en 2. Er staat in het hele boek maar één enkel voorbeeld beschreven. Nu ben ik niet voor één gat te vangen, nam de uitdaging aan en zocht naar kansen. Ik heb mij direct afgevraagd; wat kan wel en wat kan niet bij kleuters? En zou Kleuteruniversiteit mij misschien kunnen helpen om het EDI-model in mijn kleutergroep vorm te kunnen geven?
Ik heb vervolgens zelf een EDI-aanpak bedacht en heb dit uitgeprobeerd in mijn groep.
1) ‘Omgeving’ aanpakken
Hoe belangrijk een effectieve instructie ook is, het allerbelangrijkste in een kleutergroep is voor mij toch de inrichting van het lokaal. Je moet jezelf dan zeker afvragen: is het lokaal een inspirerende speelleeromgeving? En zijn er genoeg inspirerende spelhoeken? Ik leg graag uit waarom ik dit zo belangrijk vind. De verwerking van nieuwe leerstof vindt bij kleuters niet aan een tafel plaats met een schrift erop. De verwerking vindt plaats wanneer de kinderen gaan spelen. Dat maakt dat de leeromgeving uitdagend moet zijn. Gelukkig helpt Kleuteruniversiteit daar enorm bij. Bij ieder project staan suggesties voor de inrichting van je hoeken. In de zogeheten kaartenprojecten is er ook een materialenkaart te vinden, zodat je alle tijd hebt om deze spullen bij elkaar te zoeken. EDI begint dus bij mij eigenlijk met het in orde maken van je leeromgeving.
2) ‘Doelen’ aanpakken
Als je leeromgeving in orde is, bekijk je hoe het zit met het aanbod van de activiteiten en daarbij vraag je jezelf af: wat wil ik hiermee bereiken en hoe (vertel) breng ik het over aan de kinderen?
Ook hierbij helpt Kleuteruniversiteit mij enorm. Bij iedere les staat bovenaan de pagina heel duidelijk het doel van de les omschreven. Dit doel vooraf noemen, brengt kinderen alvast in de ‘leerstand’. Maar let op: doe dit natuurlijk niet bij iedere activiteit. Maak alsjeblieft ook regelmatig gebruik van het verrassingseffect en stop iets in een doos, verstop een voorwerp, pak een handpop erbij en laat de kinderen zich verrassen door jouw les. Naast de geplande leermomenten, pak je zo ook je gouden leermomenten op onverwachte ogenblikken. Ga af en toe mee met de kinderen en stel je les even uit, als de kinderen hier om vragen.
Doelen kun je benoemen met behulp van de handige lesdoelkaarten van Kleuteruniversiteit. Door een lesdoelkaart te laten zien, weten ze alvast iets over het doel van de les. Gaan wij het hebben over cijfers, letters of een schrijfoefening? Je ziet het duidelijk op de doelenkaart. Ik maak ook gebruik van afbeeldingen van Kleuteruniversiteit op mijn datamuur in de groep. Zo zien kinderen en ouders welke doelen er aan bod zullen komen.
3) ‘Leerstof’aanpakken
Bij sommige lessen Kleuteruniversiteit pak ik het stappenplan EDI er even letterlijk bij, laat de stappen kort zien in de kleine kring en benoem ik ook alle stappen. Deze stappen worden niet letterlijk beschreven in de lessen Kleuteruniversiteit, maar met een beetje oefening is het zeer eenvoudig om deze stappen te ‘lezen’ in de lessen Kleuteruniversiteit.
– 1 Ik (leerkracht) doe het voor
– 2 Wij (leerkracht en kinderen) doen het samen
– 3 Jullie (kinderen) doen het samen
– 4 Jij (kind) doet het zelf
De eerste stappen zijn prima uit te voeren in een (kleine) kring. Hierbij maak je goed gebruik van de natuurlijke bewegingsdrang van kleuters. De laatste twee stappen zullen vaker plaatsvinden in de hoeken. Bij ons op school zijn er afspraken om op deze manier (met de stappen) te werken in alle groepen, zodat deze structuur steeds vanzelfsprekender zal gaan worden voor de kinderen.
4) ‘Beurtverdeling’ aanpakken: beurtenbakje
Tijdens een EDI-les maak ik ook gebruik van een beurtenbakje. Ik heb een bakje met gelamineerde namen van kinderen erin. Na een vraag geef je de kinderen even denktijd en daarna pak je een naam uit het beurtenbakje. Iedereen kan dus een beurt krijgen, alle kinderen denken nu dus mee en zijn hierdoor betrokken. Na de beurt gaat de naam weer terug in het bakje. Hiervoor kun je heel goed de naamkaarten van Kleuteruniversiteit uit ‘Klassenmanagement set 2’ gebruiken.
Op de hierboven beschreven wijze zet ik het EDI-model op een kleutervriendelijke manier in, in mijn groep. Ik merk heel duidelijk dat kinderen bijzonder genieten van de inspirerende leeromgeving in het lokaal. Het thema gaat enorm leven. Door doelen vooraf te benoemen, breng je kinderen eerder in de leerstand en houden ze beter bij de les. Hoe leuk het ook is, dat kleuters spontaan van alles erbij kunnen halen, soms is het overzichtelijker en duidelijker om even bij één onderwerp te blijven. Door steeds de stappen tijdens de les te benoemen, breng je rust in de groep. Zij weten wat er gaat komen; zij verwachten de volgende stap. Door het beurtenbakje weten de kinderen, dat zij altijd een beurt kunnen krijgen en is er veel betrokkenheid. Bijkomend voordeel is dat zij ook letten op de schrijfwijze van hun naam.
Verder is het erg fijn voor de kinderen dat zij deze werkwijze verder gaan uitbreiden in de hogere groepen. Vanaf groep 3 wordt er ook heel regelmatig met een wisbordje gewerkt. Het stappenplan EDI van ‘Ik doe het voor’ tot ‘Jij doet het zelf’ blijft in de groepen 1 tot en met 8 hetzelfde. In iedere groep worden doelen benoemd en zichtbaar gemaakt op een datamuur. Er is dus nagedacht over een doorgaande lijn.
Ik hoop dat mijn verhaal jou inspireert en ik ben heel benieuwd hoe jullie nu aan de slag gaan met EDI bij kleuters in combinatie met Kleuteruniversiteit. Laat het vooral horen en laten wij elkaar op deze manier inspireren en helpen. Door te leren van elkaar maken we het kleuteronderwijs iedere dag weer iets beter, daar ben ik van overtuigd!