De magie van Kerstmis – Bewegen in kerstsfeer

Karin Blankert is begonnen als logopedist en is nu werkzaam als muziekwerker in de gezondheidszorg. Daarnaast schrijft ze muziek- en spelsuggesties voor het onderwijs.

Anke van Boxmeer (ufanke.nl) is specialist Jonge Kind en leerkracht op basisschool Roald Dahl in Sint-Michielsgestel. Ook is ze werkzaam als educatief auteur voor onder andere Kleuteruniversiteit ,

De kersttijd is magisch. Na een spannende periode rond Sinterklaas kan de rust terugkeren. Daarbij zijn rustige beweegactiviteiten fijn, afgewisseld met meer actieve spellen.

Voorbereiding

Vul een mand of doos met de volgende kerstmaterialen: een bellenkrans, kerstslinger, piek, speelfiguur of knuffel van een ezel, kerstbal, kerstmuts en gele ster.

Werkwijze

Klingel voor het begin van elke activiteit met belletjes. Pak de mand of doos met kerstmaterialen erbij. Laat een kind iets uit de mand of doos pakken. Voer de activiteit uit die bij dit materiaal is beschreven.

De arrenslee komt – bellenkrans

Blinddoek alle kinderen. Gebruik hiervoor (thee)doeken, sjaals, dassen of hoofdbanden van de kinderen zelf. Vertel dat de kerstman er met de arrenslee aan komt en laat een bellenkrans (of ander instrument of materiaal dat een tinkelend geluid maakt) horen. Kies een kind dat zijn blinddoek afdoet. Hij wordt de kerstman met de arrenslee en krijgt de bellenkrans waarmee hij voortdurend geluid maakt. De geblinddoekte spelers proberen hem op gehoor te vinden en aan te tikken. Degene die de kerstman als eerste tikt, mag zijn plaats innemen. Het eerste kind dat de kerstman was, doet geblinddoekt verder mee met de zoektocht naar de geluidsbron.

Kerstboom versieren – kerstslinger

Vertel de kinderen dat ze kerstbomen zijn. Sommige zijn versierd met kerstslingers, andere niet. Geef de helft van de kinderen een (wit) lint of een stuk van een kerstslinger die ze als een staart achter in hun broeksband of maillot steken. Zorg ervoor dat er een flink stuk van het lint of de slinger uitsteekt. Zet vrolijke kerstmuziek op en laat de kinderen door elkaar dansen. Terwijl ze ronddansen, proberen ze een kerstslinger bij een ander los te trekken. Pakken ze een kerstslinger, dan mogen ze hem in hun eigen broeksband of maillot steken. Raken ze een kerstslinger kwijt, dan proberen ze een nieuwe kerstslinger van een andere kerstboom te pakken. Ze mogen één slinger per keer pakken. Het spel is afgelopen als de kerstmuziek stopt.

De piekendans – piek

Maak een kring. Vertel dat alle kinderen kerstbomen zijn. Zet in het midden een stoel. Kies een kind dat op de stoel gaat zitten. Vertel dat dit kind de kerstboom voorstelt die al versierd is, maar dat de piek nog ontbreekt. Geef twee kinderen in de kring op enige afstand van elkaar een hoed: dit zijn twee pieken voor de kerstboom. Zet kerstmuziek op. Terwijl de muziek klinkt, geven de kinderen in een afgesproken richting de twee pieken de kring door, van hoofd tot hoofd. Zodra de muziek stopt, proberen de twee kinderen die de hoed op dat moment op hun hoofd hebben, deze zo snel mogelijk op de kerstboom in het midden te plaatsen. Degene die hier als eerste in slaagt, mag nu zelf op de stoel in het midden gaan zitten. Hij is de volgende kerstboom die wordt versierd.

Dieren in het veld – ezel

Zet verspreid door de ruimte stoelen neer. Zorg ervoor dat er één stoel minder is dan het aantal kinderen. Vertel dat de kinderen allemaal dieren zijn die in het veld spelen rond de stal waar het kind Jezus is geboren. Elk kind kiest een dierennaam. Laat de namen een keer hardop noemen, zodat iedereen weet welke dieren er in het veld rondlopen. Kies een kind dat de ezel mag spelen. Hij mag bij het kind Jezus op bezoek gaan en kiest dieren die hij mee wil nemen. De ezel loopt rond en noemt steeds een dierennaam. Wie zijn naam hoort, mag opstaan en in een rij achter de ezel aan gaan lopen. Als de ezel opeens ‘Ezeltje!’ roept, moeten alle dieren die achter de ezel aan liepen op een stoel gaan zitten. Ook de ezel zelf. Het kind dat geen stoel weet te bemachtigen is de nieuwe ezel.

Kerstbal gezocht – kerstbal

Ga in een kring staan. Rijg een kerstbal met een grote lus aan een lange kerstslinger. Laat de kinderen de slinger met de kerstbal eraan achter hun rug vasthouden. Kies een kind dat kerstinkopen gaat doen. Hij is op zoek naar een bal voor zijn kerstboom en gaat in het midden staan. De kinderen in de kring laten de slinger rondgaan, terwijl het kind de kerstbal vasthoudt die hij achter zich heeft. Het kind in het midden probeert de kerstbal op te sporen door goed te kijken.

Ho, ho, ho! – kerstmuts

Maak een kring en geef met een zwaaibeweging van je handen het woord ‘kling’ door aan het kind naast je. Hij geeft het woord op zijn beurt met een zwaaibeweging door aan het kind naast hem. Zo gaat de kling de kring rond, tot een kind als een kerstman ‘Ho, ho, ho!’ zegt en een rembeweging met de handen maakt. Direct daarna wordt de kling in de andere richting teruggegeven tot iemand weer ‘Ho, ho, ho!’ zegt.

Uitbreiding: voeg het balken van een ezel (‘ia’) toe. Het kind dat dit geluid maakt en de handen evenwijdig voor zich strekt, geeft de beurt door aan het kind naar wie hij met zijn armen wijst.

De magie van kerst – gele ster

Kies op een eerder moment van de dag drie kinderen die goed kunnen onthouden en die een geheim kunnen bewaren. Zij alleen weten meer over de magie van kerst. Vertel ze dat de groep straks een voorwerp kiest en dat dit het voorwerp is dat jij na de gele ster aanwijst.

Maak een kring en leg vijf kerstvoorwerpen neer, waaronder een gele ster. Vraag een van de drie kinderen met voorkennis de ruimte te verlaten. Spreek met de andere kinderen een voorwerp af dat magisch is, zoals een rode sok (stuur, zodat het niet de gele ster wordt). Laat het kind dat de ruimte heeft verlaten terugkomen. Vraag aan hem of het bijvoorbeeld de piek is. Het kind zegt nee. De slinger? Het kind zegt nee. De gele ster? Het kind zegt nee. De rode sok? Het kind zegt ja! Vraag de groep te ontdekken wat de magie van kerst is. Stuur het volgende kind met voorkennis weg en speel het spel opnieuw.