De kring is voor iedereen die werkt met jonge kinderen een bekend begrip. Het is een plek waar het weekend wordt besproken, instructies worden gegeven, wordt gezongen, gespeeld en nog zoveel meer. Het is een moment van samenkomen en een handige manier om elk kind te instrueren. Maar een kring van een uur waar de hele groep zit en naar de leerkracht kijkt, is niet effectief. Hoe zorg je ervoor dat de kinderen actief bezig zijn in de kring? Ambassadeurs Maartje en Anouk zijn beiden werkzaam als leerkracht; Maartje in groep 1/2/3 en Anouk in groep 1/2. In deze blog lees je tips die je direct kan inzetten, gericht op hogere betrokkenheid en actieve deelname in de kring!
In onze vorige blog ‘De lestijd effectief besteden’ schreven we over effectief omgaan met lestijd en gaven we tips over hoe je als leerkracht het meest uit de dag kan halen. Een voorbeeld hiervan is het wegzetten van doelen in het dagelijks handelen. Lang niet alle doelen hoef je tijdens een 1-1 observatie te bekijken. Noodzakelijk is wel dat je je bewust bent van doelen die centraal staan gedurende de week. Een andere tip die we gaven om je tijd effectief te gebruiken is het inzetten van de kleine kring. In deze blog wijden we daar over uit want hoe pak je dit efficient en doeltreffend aan?
Organisatie van de kleine kring
Stel, je wil gebruik gaan maken van de organsatievorm ‘de kleine kring’, goed idee! In het gesprek dat Maartje eind 2024 met de inspectie had, bleek dat inspecteurs dit een uitstekende manier vinden van het effectief omgaan met de onderwijstijd. Je leest het volledige interview met de inspectie in Kleuteruniversiteit Magazine nummer 20. Een kleine kring is een moment waarbij de leerkracht met een specifieke groep kinderen werkt. Het doel is om gerichter in te spelen op het niveau, de behoeften en interesses van de kinderen door extra uitleg, oefening of verdieping te bieden.
Klassenmanagement en uitgestelde aandacht
Om dit te kunnen doen is het noodzakelijk om je klassenmanagement op orde te hebben. Op het moment dat jij met een groep kinderen werkt, wil je ongestoord verder kunnen. De kinderen zullen moet wennen aan de uitgestelde aandacht. Gangbaar is om een vast teken te hanteren in de vorm van een ‘niet-storen-ketting’, om visueel te maken dat de overige kinderen niet mogen storen en zelfstandig moeten werken.
Duur van de kring
Het volgende aandachtspunt is de duur van je kring. Jonge kinderen hebben een korte spanningsboog en zullen tijdens een lange kring hoogstwaarschijnlijk niet lang betrokken zijn. Diana Smidts is GZ-psycholoog/neuropsycholoog en Orthopedagoog-Generalist. Ze stelt dat het beter is om lesstof vaak en kort aan te bieden; bijvoorbeeld 3 x 10 minuten gedurende de dag, dan in één keer een half uur. Houd je kringen dus effectief en kort (Smidts, 2018).
Groepering van kinderen
Een ander belangrijk organisatorisch punt is de groepering van kinderen. Hoe je kinderen verdeelt en welke kinderen je laat deelnemen aan de kleine kring is aan jou. Jij hebt zicht op de ontwikkeling van de kinderen en de behoeften van de groep. Er zijn diverse vormen mogelijk om de kinderen te groeperen. Gericht op niveau, interesse, sociale vaardigheden of een specifiek doel.
- Homogeen groeperen: Homogene groepen bestaan uit leerlingen die een bepaalde overeenkomsten hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld dezelfde interesses zijn, een gelijk niveau voor het behandelde onderwerp/thema, of een vergelijkbare beheersing van het betreffende doel.
- Heterogeen groeperen: Heterogene groepen bestaan uit leerlingen die op bepaalde kenmerken van elkaar verschillen. Het doel van dergelijke groepen is dat leerlingen elkaar versterken, ondersteunen en uitdagen. De diversiteit binnen de groep wordt daarbij gezien als een meerwaarde.
Actieve werkvormen en tips voor in de kring
Op het moment dat de groepering en organisatie in orde is, is het tijd om te kijken naar de vorm van de kring. Ook met een kleine groep kinderen is het namelijk niet vanzelfsprekend dat iedereen direct actief deelneemt en betrokken is. In deze blog richten we ons op de vorm van de kleine kring waar we ons richten op werkvormen die zorgen voor een hoge betrokkenheid. Tips over de inhoud van kleine kringen kun je vinden in onze vorige blog!
- Knijpkaarten: geef ieder kind een knijpkaart en laat hem actief meedoen met hetgeen dat jij zegt. Stel vragen en geef denktijd, vervolgens geeft elk kind individueel antwoord op zijn eigen knijpkaart. Hier reflecteer je vervolgens weer op met de kinderen op. Doordat elk kind denktijd krijgt en zelf verantwoordelijk is voor zijn antwoord, vergroot je de betrokkenheid. Maartje schreef er eerder een blog over, je leest hem hier!
- Coöperatieve werkvormen: Dit zijn werkvormen waarbij kinderen samenwerken om een gezamenlijk resultaat te bereiken. Het gaat daarbij niet alleen om het doel, maar ook sociale vaardigheden, communicatie en teamwork. Iedereen draagt actief bij en is verantwoordelijk voor het groepssucces. Een voorbeeld van een coöperatieve kring is wandel en wissel uit. Hierbij lopen de kinderen door de klas, zoeken een maatje en wisselen informatie uit. Nog een voorbeeld is het maken van een placemat. Leg een papier neer waarbij een centraal onderwerp in het midden staat afgebeeld. Elk kind heeft een vak waar hij iets over dit onderwerp tekent of opschrijft. Na een aantal minuten gaan de kinderen in gesprek over wat zij hebben getekend of opgeschreven. Dit is een mooie werkvorm om de voorkennis te activeren of juist aan het eind van de les jouw lesdoel te evalueren.
- Bewegend leren: laat kinderen actief meedoen met het doel. Bijvoorbeeld door het uitbeelden van dingen, rennen naar letters en cijfers of door te springen op de juiste antwoorden.
- Wisbordjes: maak gebruik van wisbordjes om de kinderen antwoorden op te laten schrijven of te laten tekenen.
- Beurtenstokjes: dit zijn stokjes, bijvoorbeeld ijslollystokjes, waar de namen van de kinderen op staan. Als je een vraag stelt, geef dan iemand de beurt door een stokje te trekken en de naam voor te lezen. Op deze manier voorkom je dat steeds dezelfde kinderen, die kinderen die hun vinger opsteken, actief betrokken zijn. De kinderen zijn dan ook alerter omdat ze weten dat ze elk moment betrokken kunnen worden.
- Klap- en ritmespelletjes: laat kinderen meeklappen of tikken op het ritme van een rijmpje of liedje. Versjes en liedjes leer je actief aan door uit te beelden wat er gezegd wordt. Dit werkt daarbij ook direct als een geheugensteun voor kinderen.
- Beweegverhalen: vertel een verhaal waarbij kinderen de handelingen uitbeelden (zoals rennen, springen, klimmen). Ken je Ritmo Go al? Dit is een boek met allerlei verhalen met bijpassende muziek én bewegingsoefeningen. Een heel mooi concept waarbij muziek, emotie, dans en beweging samenkomen in thematische bewegingsverhalen.
Wij hopen jou geïnspireerd te hebben om eens kritisch te kijken naar de manier waarop je onderwijs vorm geeft aan de hand van de kleine kring. Heb jij nog goede tips of ben jij aan de slag gegaan met dit onderwerp in jouw klas, dan horen wij dit graag! Deel jouw ervaringen in de Facebookgroep Vrienden van Kleuteruniversiteit. Ben je benieuwd naar meer tips vanuit de praktijk? Dan kan je ons volgen op Instragram als @deklasvanjufmaartje en @jufnoek.
Bronnen
– Smidts, D. (2018). Zelfsturing in de klas: over aandacht, executieve functies en rust. Uitgeverij Nieuwezijds.