Kleuters leren door te spelen. Als leerkracht sluit je aan op de spelfase waar het kind zich in bevindt. Net zoals de reken- en taalontwikkeling hebben kinderen begeleiding nodig om te groeien in hun spel. Anouk is leerkracht van een groep 1/2 en Ester van een groep 1/2/3 en beiden zijn ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In deze blog vertellen zij meer over deze verschillende spelfasen en hoe de spelontwikkeling per fase gestimuleerd kan worden.
Spelfases
Het spel dat een kleuter laat zien kan zich in verschillende fasen bevinden. Het ene kind is al verder in deze ontwikkeling dan de ander. Het spelniveau waarop een kind dat net start in de kleuterklas zal daarom ook verschillen. Dit heeft onder andere te maken met hoe vaak het kind thuis of op de opvang al in aanraking is geweest met spel. Daarnaast verschilt het ook per kind waar de interesse ligt. Dit is vergelijkbaar met de andere ontwikkelingsgebieden, ieder kind leert op zijn eigen niveau. Als leerkracht sluit je aan bij dit niveau en help je het kind zich verder te ontwikkelen. Daarom is het van belang dat de leerkracht deze fases kent en herkent. Laten we het geheugen even opfrissen. De ontwikkeling van spel verloopt volgens de volgende fasen:
- Manipulerend spel
Tijdens deze fase wordt het materiaal verkent. Er wordt concreet gehandeld met objecten. Denk hierbij aan het stapelen, zwaaien, roeren en openen en sluiten van voorwerpen. Kinderen zijn in deze fase aan het ontdekken welke gevolgen hun handelingen hebben. ‘Als ik dit blok stapel op dit kleinere blok, wat gebeurt er dan?’.
- Eenvoudige rolgebonden handelingen
Het handelen met de materialen staat nog steeds centraal en in deze fase is het rollenspel nog ondergeschikt. Zo krijgen voorwerpen een bepaalde betekenis bijvoorbeeld: een wc-rol wordt een verrekijker. Het materiaal is bepalend voor het spel.
- Eenvoudig rollenspel
In deze fase krijgen de rollen in het spel steeds meer betekenis. Kinderen voeren bepaalde handelingen uit omdat ze volwassen willen imiteren. Er komen meer handelingen aan bod, passend bij de rol die gespeeld wordt. Kinderen spelen steeds vaker samen in plaats van naast elkaar.
- Uitgebreid rollenspel
In de fase uitgebreid rollenspel breiden de kinderen hun spel steeds verder uit en ontstaan er verschillende spelscenario’s waarbij de kinderen elkaar inspireren met hun input. Tijdens dit spel gaat het nog steeds om het imiteren van volwassenen en ieder kind neemt zijn eigen ervaringen mee in het spel. Er volgt een samenkomst van deze ervaringen die het spel verrijkt. In deze fase ontwikkelingen kinderen ook hun geletterdheid en gecijferdheid. Zo maken ze bijvoorbeeld een computer omdat ze deze nodig hebben in het spel of doen ze alsof ze voorlezen aan een baby.
- Realistisch en thematisch rollenspel
Het spel van de kinderen is gebaseerd op de realiteit. In deze fase streven kinderen naar écht en realistisch spel. De materialen die zij gebruiken moeten volgens de kinderen realistisch en gelijk aan de materialen en handelingen in de wereld zijn. In deze fase gaan kinderen op zoek naar hoe bepaalde zaken zo echt mogelijk kunnen worden nagespeeld. Schrijven, lezen en rekenen krijgen een functionele plek binnen dit spel, bijvoorbeeld het maken van een recept als huisarts.
Rol van de leerkracht bij spel
De eerste taak van de leerkracht is het scheppen van goede voorwaarden waardoor kinderen tot spel kunnen komen. In de klas is een uitdagende en interessante speelomgeving nodig die de kinderen prikkelt om te spelen en ontdekken. Zorg voor aantrekkelijke materialen. De kinderen moeten genoeg fysieke ruimte hebben om hun spel te kunnen spelen. Het is ook belangrijk om te zorgen dat er genoeg tijd is om tot spel te komen. Daarnaast heb je als leerkracht ook de taak om de kinderen te observeren tijdens hun spel. Tijdens deze observatie kun je bepalen op welk spelniveau de kinderen spelen. Ook kun je dan zien waar en wanneer het nodig is dat er spelbegeleiding plaatsvindt.
Kinderen begeleiden in hun spel
Kinderen spelen in hun spel de echte (volwassen) wereld na. Bij Ester in de klas wordt veel gebruik gemaakt van voorspelen. Ester: “Wij bedenken bij ieder thema een themahoek waar de kinderen situaties kunnen naspelen. We gaan er niet vanuit dat alle kinderen al weten wat ze dan precies moeten doen. Vaak proberen we een uitstap te maken zodat de kinderen de echte wereld kunnen ervaren en ideeën kunnen opdoen voor hun spel. Vaak doen we dit na ongeveer twee weken, zodat de hoek al wat vorm heeft gekregen en de kinderen dan weer verder worden gebracht in het spel. Zo gingen we tijdens het thema ‘wat trek jij aan?’ op bezoek in bij een kledingwinkel. Dit gaf de kinderen heel veel ideeën over het reilen en zeilen in de winkel en wat ze nog wilden toevoegen aan het spel in onze kledingwinkel in de klas. Een andere manier die we vaak gebruiken is voorspelen. In de kring spelen de juffen situaties voor. Bijvoorbeeld wat zegt een apotheker tegen een klant. Of wat voor vragen/verzoeken kan de bakker krijgen van een klant en hoe daarop te reageren.
De huishoek blijft bij ons in de klas altijd bestaan naast de themahoek, zodat de verschillende hoeken interactie met elkaar kunnen hebben. De leerlingen die in de huishoek spelen zijn vaak de klanten/ bezoekers van de themahoek (net zoals in de echte wereld). Maar ook situaties in de huishoek worden regelmatig uitgespeeld in de kring. Zodat de kinderen een nieuwe impuls krijgen voor hun spel in die hoek.”
Ook bij Anouk wordt er geleerd door te spelen. Anouk: “Bij mij op school zijn wij druk bezig met het thematiseren. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat je weet in welke spelfasen de kinderen zich bevinden. Mogelijk heb jij al allerlei ideeën over een themahoek en heb je bepaalde verwachtingen van vormen van spel die jij daar wenst te zien. Ik geef je graag als tip mee om te kijken of deze verwachtingen realistisch zijn. Wat voor ons vanzelfsprekend is, hoeft niet vanzelfsprekend te zijn voor de kinderen. Leer kinderen hoe zij verschillende rollen kunnen spelen.” Maar hoe begeleid je de kinderen dan wel in hun spel? Hieronder volgen tips voor het begeleiden per spelfase.
Fase 1: Manipulerend spel
Om manipulerend spel te verrijken kijk je naar materialen die verschillende zintuigen prikkelen. Denk aan spelen met zand, klei, water of scheerschuim. Kinderen leren met hun hele lijf. Zorg voor passend materiaal waarmee de kinderen uit de voeten kunnen. Hier kan te veel materialen in de hoek een valkuil zijn waardoor de kinderen niet tot spel komen. Benoem tijdens het meespelen de handelingen die je de kinderen zie uitvoeren, zodat de kinderen zich bewust worden van hun handelingen. Maar let ook op, meespelen is niet altijd helpend. Soms verstoort een vraag, compliment of opmerking juist het spel. Neem de tijd en observeer van een afstand wat de kinderen doen met het materiaal.
Fase 2: Eenvoudige rolgebonden handelingen
Hier kan de toevoeging van bepaalde (thema) materialen een mooie impuls zijn. Dit zorgt ervoor dat de kinderen nieuwe ideeën opdoen om situaties (na) te spelen. Tijdens het thema ‘we krijgen een baby’ was er in de huishoek natuurlijk al een pop met alle benodigdheden. Maar door het toevoegen van een doos met daarin slingers, materialen om geboortekaartjes te maken en beschuit met muisjes, kreeg het spel een nieuwe impuls en werden er nieuwe situaties gespeeld in de huishoek rondom geboorte in een gezin. Tip: laat kinderen aan elkaar presenteren wat ze gemaakt of gespeeld hebben. Dit zorgt voor nieuwe spelimpulsen voor de rest van de kinderen.
Fase 3: Eenvoudig rollenspel
In deze fase benoemen de kinderen vaak wie ze spelen: ‘Ik ben de dokter’. Observeer of de kinderen genoeg kennis hebben over deze rol om ook daadwerkelijk tot spel te komen. Soms weten kinderen eigenlijk niet wat de handelingen zijn die passen bij de rol. Neem dit leermoment mee naar de kring. Speel zelf voor of laat kinderen de rol voorspelen. Maak samen een leervraag. In dit geval: ‘Wat doet een dokter in de huisartsenpraktijk?’. Samen gaan de kinderen dan op zoek naar het antwoord. Een uitstapje maken binnen het thema is het aller mooist. Kinderen zien dan hoe de échte handelingen gaan in de praktijk. De opgedane kennis zal het spel verrijken.
Fase 4: Uitgebreid rollenspel
Maak een stappenplan. Tijdens het thema ‘hoera een baby!´, maakten de kinderen bij Ester in de klas met foto’s een hoe je een luier kunt verschonen bij de pop. Dit hingen ze op in de huishoek zodat de kinderen een geheugensteun hebben bij het spelen van deze situatie. Verder is het van belang om voor en tijdens het spel te reflecteren op het spel, en wat er nodig is in het vervolg. In deze fase komen kinderen met ideeën om materialen die nodig zijn in het spel te maken in de andere hoeken. Daarnaast krijgt het samenspel een belangrijke rol in deze fase. Zo hebben de kinderen bij Anouk in de klas nu een apotheek toegevoegd aan de huisartsenpraktijk. De patiënt gaat eerst naar de dokter en krijgt vervolgens een recept. Dit recept gaat mee naar de apotheek waar de apotheker op het recept kijkt en de juiste medicijnen in het doosje worden gedaan. Op deze manier blijft het spel op gang doordat de kinderen elkaar impulsen geven en samenwerken.
Fase 5: Realistisch en thematisch rollenspel
Hier kan de leerkracht een spel impuls geven door een probleem in te brengen en de kinderen op die manier uit te dagen om een oplossing te bedenken. Bijvoorbeeld op bezoek gaan in de winkel en je hardop afvragen wat de producten nu eigenlijk kosten. Want anders weet je niet of je genoeg geld bij je hebt om te kopen wat je nodig hebt. Zo daag je de kinderen uit om bijvoorbeeld na te denken over prijskaartjes, een prijslijst, het maken van bonnetjes bij het afrekenen etc. Jouw rol als leerkracht ligt hier bij het voeren van gesprekken over het spel voor of na het spel. Observeer, ga met de kinderen in gesprek over hoe het spel verloopt en bespreek nieuwe spelimpulsen.
Zoals je hebt kunnen lezen praten wij veel over het observeren van spel. Om te weten in welke fase van de spelontwikkeling een kind zich bevindt, hebben wij een download gemaakt. Veel plezier met het spel in jouw klas. Mocht je meer willen zien over hoe wij spel begeleiden in de klas? Je kunt ons volgen op Instagram als @jufesterklaver en @jufnoek. We vinden het ook leuk om jouw ervaringen te lezen en met je in gesprek te gaan in de Facebookgroep ‘Vrienden van Kleuteruniversiteit’.
Bronnen:
Van thematisch werken naar thematiseren – Aafke Bouwman en Sigrid Houtsma
Kleuterleerkracht – Eva Dierickx en Astrid Koelman