Inspiratieblog: Tikspelen tijdens de sinterklaasperiode

Het is weer bijna sinterklaastijd. Alle kleuters zijn in de ban van Sinterklaas en zijn pieten. Een gezellige tijd die soms wat extra spanning met zich meebrengt. Ga daarom lekker veel bewegen! En hoe leuk is het dan om met de kinderen naar de gymzaal te gaan en met alle kinderen verschillende tikspelen in dit thema te gaan doen? Ambassadeurs Annabelle en Janneke nemen je mee in de opbouw van een les en de verschillende niveaus van tikspelen. Ze geven je ideeën voor leuke tikspelen waar de kinderen het volgend jaar nog steeds over hebben.

Een tikspel kent verschillende niveaus. Het bekendste niveau is het vrije tikspel, waar een speler de tikker is die probeert om de andere spelers te tikken. Herken je het, dat de tikker soms zelf niet weet dat hij de tikker is? Of kinderen die worden getikt vrolijk verder rennen. Wanneer dit gebeurt, is het vrije tikspel nog te moeilijk voor jouw groep kinderen. Het is daarom belangrijk om te kijken wat jouw groep wel kan en vanuit daar verder te bouwen naar het vrije tikspel.

Inleiding

Start elke les met een inleiding. Het doel van de inleiding is de kinderen laten wennen aan de ruimte en warm te maken voor een bepaald thema. Een leuke oefening hiervoor is het bewegen op het ritme of het geluid van de muziek. Een goed instrument dat je hiervoor kunt gebruiken is de handtrom. Binnen het thema Sinterklaas, kun je de kinderen vertellen dat zij over de daken lopen. Soms doen ze dit heel zachtjes, soms springen van dak naar dak of met hele grote passen. Met de trom bepaal jij het tempo.

Kern

In de kern voer je het tikspel uit. Hieronder staan de verschillende niveaus van tikspelen van makkelijk naar moeilijk.

Voorbereidende tikspelen

Bij voorbereidende tikspelen is er 1 loper en 1 tikker. De andere kinderen zitten in een kring. Het tikgebied is de ronde om de kring heen. De kinderen leren hierbij wat weglopen van een tikker is zonder dat er wordt gebotst en hoe je iemand kunt tikken. Dit wordt in een kleine ruimte gedaan zodat het te overzien is voor de tikker en loper.

Speel als leerkracht voor Sinterklaas. De kinderen zitten in een kring en zingen een sinterklaasliedje. Kies een kind aan die voor hoofdpiet speelt en een kind die voor grapjespiet speelt. Geef beide pieten een pietenmuts. Als het sinterklaasliedje is afgelopen, probeert de hoofdpiet de grapjespiet te tikken.

Basistikspelen

Bij basistikspelen starten alle kinderen van achter een lijn. Achter deze lijn kunnen zij niet worden getikt. De kinderen lopen naar een doel waar de tikker is, bijvoorbeeld een mat. Wanneer ze daar zijn, rennen ze terug tot over de lijn. Ze proberen niet te worden getikt. Dit kun je opbouwen door eerst een paar kinderen te laten lopen en zo steeds meer kinderen naar het doel te laten lopen.

Een kind speelt voor wegwijspiet. Deze krijgt een pietenmuts op. Leg een mat neer als stoomboot waar de wegwijspiet mag zijn. De andere kinderen (pieten) lopen naar de stoomboot en vragen ‘Wegwijspiet, zijn we al bijna in Nederland?’ Als het antwoord ‘bijna’ is blijven de kinderen staan en herhalen de vraag. Geeft de wegwijspiet het antwoord: ‘Ja, we zijn er!’ probeert de wegwijspiet de andere pieten te tikken terwijl zij terugkeren naar hun lijn. Speel de eerste keer zelf voor wegwijspiet.

Overloopspel

Bij een overloopspel starten de kinderen achter een lijn. Zij proberen naar de overkant te lopen, zonder te worden getikt. Tussen de twee lijnen maak je een tikgebied. Leg bijvoorbeeld een rij met matten neer waar de tikkers van links naar rechts kunnen bewegen. Buiten het tikgebied zijn de lopers vrij. Alle kinderen lopen een kant op. Wanneer iedereen aan de overkant is, gaan ze door middel van een liedje of opdracht weer terug naar de andere kant.

Wijs een kind aan die voor hoofdpiet speelt. De hoofdpiet krijgt een pietenmuts op en neemt plaats in het tikgebied. Zing het lied: ‘Hoofdpiet, mag ik op de daken, ja of nee? Moet ik iemand wakker maken, ja of nee?’ (melodie: Schipper mag ik overvaren?) Als de hoofdpiet ‘ja‘ zegt rennen de kinderen naar de overkant. Zegt de hoofdpiet ‘nee’ dan wordt het lied opnieuw gezongen.

Tikspelen met vrijplaatsen

Bij tikspelen met vrijplaatsen is er een tikker en de andere kinderen zijn lopers. De hele zaal of ruimte is het tikgebied. In dit tikgebied liggen bijvoorbeeld hoepels of matten waar de kinderen in/op kunnen staan. Wanneer ze daar staan mogen ze niet worden getikt. Het is belangrijk om hierbij wel een afspraak te maken wanneer iemand de hoepel of de mat moet verlaten. Dit kan na een bepaalde tijd zijn maar je kunt ook afspreken dat wanneer iemand anders erbij komt, het kind in de hoepel deze weer verlaat.

Leg in elke hoek van de zaal een mat neer. Kies een tikker en geef dit kind een mijter op. Dit is Sinterklaas. Sinterklaas staat in het midden. De kinderen worden verdeeld in drie groepen. Alle drie de groepen krijgen een naam, bijvoorbeeld: hoofdpieten, inpakpieten en paardenpieten. Elke groep staat op een mat. Je roept bijvoorbeeld ‘Hoofdpieten! ‘Deze kinderen proberen naar de lege mat te rennen zonder te worden getikt.

Tikspelen met hindernissen

Bij tikspelen met hindernissen staan er kasten in de ruimte. De lopers en de tikkers, lopen rondom deze hindernissen. Ze mogen hier niet overheen. Achter de hindernissen creëren ze ruimte tussen hen en de loper en kunnen ze even schuilen totdat de loper in de buurt komt.

Zet verschillende kasten en matten neer. Dit zijn de daken van huizen. Vraag aan de kinderen om hun schoenen aan de rand van het speelveld te zetten. Plaats een bak met pittenzakken bij de schoenen, dit zijn de cadeaus. Wijs een kind aan dat voor hoofdpiet speelt en geef hem een pietenmuts op. Vertel dat het bijna avond is en dat de pieten weer schoenen gaan vullen. De hoofdpiet is de baas en probeert de andere pieten te tikken terwijl zij tussen de huizen door rennen. Wanneer ze zijn getikt, lopen ze naar de schoenen die aan de rand van het speelveld staan en vullen een schoen naar keuze.

Vrij tikspel

Bij vrij tikspel lopen de kinderen en tikkers door de ruimte. Er zijn geen vrijplaatsen of hindernissen. Iedereen loopt door elkaar.

Kies een tikker en geef hem een mijter. Hij speelt voor Sinterklaas. De andere kinderen zijn pieten. Sinterklaas probeert alle pieten te tikken. Wanneer de pieten zijn getikt, gaan zij met hun benen wijd staan. Ze maken een dak van hun benen. Als er een andere piet onderdoor kruipt, mogen de pieten weer meedoen.

Afsluiting

Het is belangrijk dat kinderen weer rustig worden voordat zij terug naar de klas gaan. Hiervoor kun je bijvoorbeeld verschillende yoga oefeningen gebruiken, ademhalingsoefeningen doen of rustig bewegen op muziek.

Geef alle kinderen een veer. Dit is een pietenveer. Geef de kinderen de opdracht om de veer te bewegen over hun handen, armen, gezicht, benen, voeten, enzovoort. Als kinderen dit goed kunnen, maak je tweetallen om de veer bij elkaar te bewegen.

Een andere leuke optie binnen dit thema is Sinterklaasyoga! Bijvoorbeeld:
– Rechtop staan, armen in de lucht en hangen naar links of rechts (zie de maan schijnt door de bomen).
– Kinderen zitten op hun knieën met hun handen op de grond (o zo snel).
– De kinderen zitten in kleermakerszit. Ze houden hun handen vast boven hun hoofd. Hierdoor vormen ze een mijter (Sinterklaas).
– De kinderen staan op 1 been. Ze proberen te balanceren op het dak (piet op het dak).

Hopelijk heeft deze blog je geïnspireerd of een eye opener gegeven voor het organiseren van tikspelen. Wil je meer van onze klassen zien? Volg ons dan op Instagram via @jufannabelle en @kleuterjuf_janneke. Heb je na deze blog nog vragen over de tikspelen? Stuur dan gerust een bericht via Instagram of via de facebookgroep ‘Vrienden van Kleuteruniversiteit’ of mail naar ambassadeur@kleuteruniversiteit.nl. wij gaan graag met je in gesprek.