Klankonderwijs

Evelyn Dijks is werkzaam in groep 1/2 op Taalschool de WereldDelen in Heerlen. Ze is ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In haar NT2-klas wordt er naast de Nederlandse taal, ook veel tijd aan het klankaanbod geschonken. In deze blog vertelt zij hoe zij dat vormgeeft in haar klas.

Klankonderwijs

Klankonderwijs is het fundament voor het leren lezen. Wanneer het onderscheiden van klanken moeizaam verloopt, is de kans op problemen met de klank-letterkoppeling en het decoderen van woorden groter. In de kleuterklas start de focus op auditieve discriminatie: het onderscheiden van klanken. Het is van belang dat de kleuter bijvoorbeeld het verschil tussen de ‘o’ en de ‘oo’ leert onderscheiden: ‘bos’ betekent namelijk iets heel anders dan ‘boos’. Wanneer de auditieve discriminatie goed verloopt, is het kind pas klaar om een klank te koppelen aan een letter.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen klanken en letters. Een klank kan namelijk hetzelfde zijn in verschillende talen, maar anders geschreven worden, bijvoorbeeld in het Nederlands ‘doel’ en in het Engels ‘cool’. Je hoort in beide woorden dezelfde klank, maar je schrijft niet dezelfde letters. Ook komt het voor dat in één taal de klank hetzelfde is, maar anders geschreven wordt. Denk bijvoorbeeld aan ‘een’, ‘de’ en ‘makkelijk’. Letters kunnen op verschillende manieren uitgesproken worden en klanken kunnen op verschillende manieren gespeld worden.

NT2-kleuters en klanken

Voor elke kleuter is het klankonderwijs van belang. Waar Nederlandse kleuters vaak al vanaf hun geboorte de Nederlandse klanken horen, horen NT2-kleuters de klanken van hun eigen moedertaal. Deze klanken zijn vaak erg anders dan die van het Nederlandse klanksysteem.

Klankaanbod bij groep 1

Met regelmaat krijg ik de vraag: ‘starten jullie in groep 1 al met het aanbieden van klanken?’ Ja, dat doen wij! Natuurlijk spelenderwijs, maar we starten er zeker mee. Wij werken volgens de methodiek van Josée Coenen. Zij adviseert om in groep 1 te starten met de zeven klanken waarbij je mondstand niet verandert. Dit zijn de klanken: aa, ee, oo, uu, ie, oe en eu. Elke week bieden wij één klank aan.

Klankaanbod bij groep 2

Waar we in groep 1 zeven klanken aanbieden, krijgt groep 2 natuurlijk alle klanken aangeboden. We koppelen hierbij de letter aan bij de klank. Aan het einde van de week oefenen wij met het onderscheiden van klanken. We kiezen hierbij twee klanken uit, bijvoorbeeld de ‘b’ en de ‘d’. Wanneer de kinderen de ‘b’ in het woord horen, gaat het kaartje in de klankdoos met de ‘b’. Horen zij een ‘d’ in het woord, dan gaat het kaartje in de klankdoos met de ‘d’.

Opbouw van een klankles

Voor het aanbieden van nieuwe klanken maken wij op onze school gebruik van de volgende vijf stappen:

Stap 1: De leerkracht biedt een nieuwe klank aan.
Stap 2: De leerkracht kiest enkele woorden uit met de aangeboden klank en biedt deze woorden aan op het moment dat de nieuwe klank ook wordt aangeboden. Deze woorden worden de hele week herhaald.
Stap 3: De leerkracht zegt de losse klank voor en de kinderen zeggen de klank na. Wanneer dit goed gaat zegt de leerkracht het woord met de klank voor en zeggen de kinderen het woord na.
Stap 4: De kinderen herkennen de klank in een woord en kunnen klanken onderscheiden. Dit bijvoorbeeld door de coöperatieve werkvorm: stijgen en dalen. Wanneer de leerkracht een woord noemt met de nieuwe klank, staan de kinderen op. Horen zij de nieuwe klank niet in het woord? Dan blijven zij zitten.
Stap 5: De kinderen gebruiken de klank in spontaan taalgebruik.

Tips klankonderwijs

Klankgebaar
Belangrijk is om een gebaar te koppelen aan een klank. Op onze school maken wij gebruik van de klankgebaren volgens de methodiek ‘zo leer je kinderen lezen en spellen’ van José Schraven. We merken dat de kinderen door het gebaar de klanken gemakkelijker onthouden.

De mondstand
De mondstand is van belang voor het uitspreken van een klank en het onderscheiden van verschillende klanken. Om de mondstand zichtbaar te maken voor de kinderen, kan er gebruik gemaakt worden van een spiegel.

Liedjes en versjes
Koppel een liedje of versje aan de nieuwe klank. In mijn klas bieden wij de klank aan op de melodie van ‘zeg ken jij de mosselman’. Wij zingen dan bijvoorbeeld ‘Zeg ken jij de letter b, de letter b, de letter b, zeg ken jij de letter b van bus, boom en beer.’

Klank aanbieden in woorden
Bied altijd bij een nieuwe letter een aantal woorden aan, waar de klank in te horen is. Wij kiezen ervoor om naast de letter, drie woorden aan te bieden. Daarnaast bespreken we in welke namen van de kinderen in de klas wij die letter ook horen.

Meerdere zintuigen
Zet meerdere zintuigen in tijdens het aanbod van de nieuwe klank. Het verschil tussen de ‘f’ en de ‘v’ is voor de kinderen lastig te onderscheiden, laat de kinderen tijdens het uitspreken van beide letters voelen aan hun keel, hierdoor ervaren zij het verschil.

Daarnaast zetten wij schuurpapierletters in tijdens het aanbieden van de klank. De kinderen kunnen de letter dan voelen.

Filmpje
Van elke letter is er een Zoem-filmpje te vinden op YouTube. Hierin wordt de letter besproken en worden verschillende woorden besproken, waarin de letter te horen is.

Conclusie
Klankonderwijs is ontzettend belangrijk voor elke kleuter. Bij NT2-leerlingen is het verschil in de klanken van hun moedertaal en de klanken van de Nederlandse taal vaak enorm groot. We starten daarom in groep 1 al met de klanken en bouwen dit op in moeilijkheidsgraad.

Ik hoop dat ik je met deze blog tips heb kunnen geven om hiermee aan de slag te gaan. Deze tips kunnen natuurlijk ook prima ingezet worden in het reguliere onderwijs. Heb jij ook goede tips voor NT2-leerlingen in de kleuterklas? Laat het ons dan zeker weten!

Wil je meer van mijn NT2-kleuterklas zien? Volg mij dan op mijn Instagram via @juf_evelyn. Wil je meepraten over het kleuteronderwijs, doe dit dan in de Facebook-groep Vrienden van Kleuterunivitersiteit