Evelyn Dijks is werkzaam in groep 1/2 op Taalschool de WereldDelen in Heerlen en ze is ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In haar NT2-klas wordt er veel aandacht aan de Nederlandse taal geschonken. Ook het rekenonderwijs wordt aangepast in een NT2-groep. In deze blog vertelt zij hoe zij het rekenonderwijs aan haar NT2-kleuters vormgeeft.
In groep 1 en 2 wordt de basis gelegd voor het latere rekenonderwijs. Bij kleuters is het van belang dat het rekenonderwijs aansluit bij de dagelijkse praktijk en hun belevingswereld. Vaak komt een kleuter in groep 1 binnen met beginnende basiskennis. Die kent al een aantal cijfers en kan al tellen tot vijf of tien. Binnen het NT2-onderwijs valt op dat veel kinderen nog niet naar een Nederlandse school of de peuterspeelzaal zijn geweest, dus deze Nederlandse basiskennis nog niet beheersen.
Niveauverschillen
In elke klas zijn er niveauverschillen. Meestal gaan kleuters naar school als ze vier jaar zijn geworden. In een NT2-klas werkt het net een beetje anders. Het kan zijn dat een kleuter die net vier jaar is geworden in de klas instroomt, maar het kan ook een kleuter zijn van vijf of zes jaar die nog nooit naar school is geweest.
De klas verandert continu van samenstelling door de regelmatige instroom van nieuwe kinderen en door de uitstroom van de kinderen die hun doelen bij ons op school behaald hebben. De niveauverschillen zijn groot, daar spelen we telkens op in. Bij het rekenonderwijs werken we gedifferentieerd. Hierbij kijken we naar het niveau van het kind en de doelen die het kind aan het einde van de periode bij ons op school behaald moet hebben. Per kind stellen we een ontwikkelingsperspectief vast. Een kind van zes jaar moet tenslotte meer beheersen bij de uitstroom naar regulier onderwijs, dan een kind van vier jaar.
Rekenonderwijs
Om woorden en begrippen aan te leren, zijn wij continu bezig met het labelen van woorden. Als je een nieuw woord of begrip leert, leert het kind twee zaken over dat woord: het label en het concept. Het label is het woord zelf en het concept is de betekenis van het woord. NT2-kinderen kennen vaak het concept, maar moeten dan nog het label in het Nederlands eraan koppelen. Wij zijn binnen ons onderwijs telkens aan het labelen. Dit zowel bij het woordenschatonderwijs, als bij het rekenonderwijs.
Een lastige bijkomstigheid in het rekenonderwijs aan NT2-kleuters is vaak dat het rekenonderwijs te talig is. Er is taal nodig om een rekenopdracht te begrijpen, maar een NT2-kleuter beheerst de labels nog niet voldoende om bepaalde onderwerpen binnen het rekenonderwijs eigen te kunnen maken. Bij NT2-kinderen is het daarom van belang dat de instructie kort, maar krachtig is. Ook is het van belang dat de instructie in kleine stappen verdeeld wordt, waarbij er veel visuele ondersteuning wordt geboden en waarbij de leerkracht voordoet en hardop denkt. Herhaling is heel erg belangrijk. Waar in het regulier onderwijs het aanbod veelal na een aantal keer wordt opgepakt, hebben NT2-kinderen veel vaker de herhaling van aangeboden onderwerpen nodig. Herhaling wordt zo gevarieerd mogelijk aangeboden. Daarnaast oefenen we lang in de concrete fase, waarbij veel aandacht gaat naar het automatiseren.
Telrij
Doordat de ontwikkeling van het tellen essentieel is voor het verwerven van verdere rekenvaardigheid ligt hier in eerste instantie de focus van ons rekenonderwijs op. Wanneer een kleuter net bij ons op school komt, starten we met het opzeggen van de telrij. Hierbij maakt het niet uit wat de leeftijd van de kleuter is: de basis van het rekenonderwijs start met tellen. Wanneer het kind start op onze school, zorgen we ervoor dat het onderwijs concreet is. Bij het aanleren van de telrij springen we bijvoorbeeld door de klas en tellen we hardop. Of we tikken op ons hoofd, terwijl we meetellen. We maken gebruik van de wereld om ons heen; zo gaan we met regelmaat naar buiten om de begrippen hoog en laag, ver weg en dichtbij, etc. in te oefenen.
Tijdens klassikale activiteiten is de betrokkenheid van de kinderen lager, doordat er grote verschillen in taal, maar ook in niveau zitten. Dit vangen we op door in kleine kring aan de slag te gaan, waardoor kinderen op niveau het aanbod krijgen. Wanneer er een kleuter moet versnellen binnen de leerlijn, kan daar makkelijk op ingespeeld worden.
Projecten van Kleuteruniversiteit
Tijdens de kleine kring activiteiten gebruiken we vaak de rekenlessen uit één van de projecten van Kleuteruniversiteit, de rekenspellen of activiteiten die passend zijn bij het thema of de belevingswereld. De rekenactiviteiten van Kleuteruniversiteit zijn vaak goed aan te passen op niveau, terwijl alle kinderen aan hetzelfde doel werken. Eenvoudige, herkenbare en duidelijke opdrachten sluiten goed aan bij de kinderen. Een goede opdracht is bijvoorbeeld de les ‘kerstballen’ uit het project Luuk en Lotje, het is Kerst; de kinderen moeten de juiste kleur kerstbal in de boom hangen. Doordat het thema kerst dichtbij de belevingswereld van de kinderen ligt, is het voor hen herkenbaar. Zij kennen het concept, waardoor er makkelijker de Nederlandse labels aan gekoppeld kunnen worden.
Ook proberen we veel liedjes te koppelen aan het rekenonderwijs. Eén van de liedjes die we met regelmaat doen is het Klapliedje van Jeroen Schipper. In dit lied komen de begrippen hoog en laag naar voren. Binnen ons onderwijs merken we dat het door het aanleren van liedjes, begrippen extra goed blijven hangen. De liedjes ondersteunen we met concreet materiaal, woordkaarten of picto’s.
Bewegend leren
We vinden het belangrijk dat de kleuters op een actieve wijze met het rekenaanbod bezig zijn. Dit doen we in de speelzaal. We rekenen hierbij met ons lijf. We rennen bijvoorbeeld naar het juiste getalsymbool, maken met ons lichaam verschillende vormen of we doen het Racespel van Kleuteruniversiteit in het groot. Wanneer we de begrippen hoog en laag oefenen, bouwen we samen een hoge toren en een lage toren.
De kinderen worden wederom op niveau ingedeeld. We merken dat de kinderen door het bewegend rekenen de rekenonderwerpen beter eigen maken. Ze onthouden het beter en laten een hogere betrokkenheid zien. Ook in de klas zorgen we ervoor dat de kinderen actief bezig zijn met rekenen. Zo hebben we in de klas een hinkelpad en een kleurenpad. De kinderen komen vaak springend binnen en zijn daarbij hardop aan het tellen.
Om de doelen te checken maken we gebruik van het digikeuzebord. Hierin zijn de eigen leerlijnen geplaatst, waarbij we rekening houden met het niveau en de ontwikkeling van de NT2-kleuters. Elk kind begint op een ander moment aan de desbetreffende leerlijn. Het ene kind moet de leerlijn sneller doorlopen dan het andere kind. Binnen de kleutergroepen op school is hier een doorgaande leerlijn voor, waarin we starten met concreet rekenonderwijs en het rekenonderwijs steeds abstracter maken naarmate het kind naar groep 3 gaat.
Wekelijks kiezen we aan welke doelen die week gewerkt wordt. We kijken hierbij naar het thema in de klas en proberen zoveel mogelijk bij het thema aan te sluiten. In het digikeuzebord houden we bij hoe het kind het tijdens de activiteit heeft gedaan. Elke tien weken zijn alle doelen in het digikeuzebord aan bod gekomen tijdens de activiteiten in de klas. Hierdoor houden we zicht op wat het kind beheerst en waar nog extra aandacht aan gegeven moet worden.
Verschillen NT2-onderwijs en regulier onderwijs
Natuurlijk is het rekenen aan kleuters altijd kort, maar krachtig, is bewegend leren goed voor elk kind en heeft elk kind baat bij herhaling. Kijkend naar het NT2-onderwijs zijn de grootste verschillen dat we veel langer in de concrete fase blijven, we veel meer herhalen en veel meer visueel ondersteunen dan in het regulier onderwijs. We zorgen voor een korte uitleg, waarin we veel labelen en waarin er wordt gedifferentieerd in rekenniveau, maar ook in taalniveau.
Wil je meer van mijn NT2-kleuterklas zien? Volg me dan op Instagram via @juf_evelyn. Wil je meepraten over het kleuteronderwijs, doe dit dan in de Facebook-groep Vrienden van Kleuteruniversiteit