Inspiratieblog: Werken met of zonder een kiesbord

Monique van Essen is werkzaam in groep 1/2 op de Achtbaan in Tiel en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. Het jonge kind heeft haar hart gewonnen. Ze houdt van lezen, het creëren van een inspirerende leeromgeving en is een meester in organiseren. In deze blog beschrijft ze hoe ze haar weg heeft moeten vinden op een nieuwe school waar niet met een kiesbord wordt gewerkt.

Kiesborden, wie kent ze niet? Ik heb er zelf een hele tijd mee gewerkt en ook diverse kiesborden uitgeprobeerd in de praktijk. Twee jaar geleden ben ik op een andere school gaan werken. Een school waar ze geen gebruik maken van een kiesbord. In eerste instantie dacht ik ‘Help!’ en er kwamen direct praktische vragen in mij op. Hoe doen ze dat met alle kinderen? Zorgt dit er niet voor dat alle kinderen in dezelfde hoek willen? En de meest prangende vraag: Hoe behoud je het overzicht? Ik vond het spannend om mijn speelwerklessen zonder kiesbord vorm te geven. Ik voorspelde een grote chaos. Het viel uiteindelijk ontzettend mee. In deze blog neem ik je mee in mijn zoektocht en deel ik mijn tips voor het werken zonder kiesbord.

In mijn eerste jaar op deze school werkte ik in een instroomgroep en kon ik niet terugvallen op de kinderen van groep 2. Ik had een speelwerkles voorbereid met een aantal leerkracht gestuurde activiteiten. De overige kinderen mochten hun stoel wegzetten en zelfstandig een hoek kiezen om in te spelen. Je raadt het vast al, het werd inderdaad een chaos. Er was ruzie in de huishoek omdat er teveel kinderen speelden en in de bouwhoek vielen gebouwen om omdat hij te vol zat. Met een leerplein op de gang was ik het overzicht volledig kwijt. De kinderen waren voor mijn gevoel overal en het was in verschillende hoeken te vol. Dit moest ik de volgende keer anders aanpakken.

Nadien heb ik de werkles met de kinderen geëvalueerd. Hoe vonden zij dat de speelwerktijd was verlopen? Het bleek dat de kinderen lang niet allemaal last hadden van de volle hoeken. In de knutselhoek was de speeltijd gezellig verlopen en ook op de plekken bij de constructiematerialen vonden ze de werkles fijn verlopen. De kinderen die in de huis- en bouwhoek hadden gespeeld waren het er wel over eens dat het veel te vol was in die hoeken.

We spraken af dat we de volgende dag wat afspraken zouden maken over het aantal kinderen in de populaire hoeken. Deze afspraken zijn in eerste instantie vooral door mij bedacht. Mijn lokaal is vrij klein en de hoeken zijn niet ruim, dus besloot ik dat drie kinderen in de huishoek het maximum zou worden. Een aantal dagen later verzochten een aantal kinderen mij dit aantal te herzien. Ze wilden in hun spel met een vader, een moeder en een kind graag nog een kind of dier toevoegen aan het spel. Ik stemde toe en gaf het spel voorrang aan de praktische overwegingen. We besloten samen dat we het aantal kinderen zouden aanpassen.

Na het maken van afspraken over het maximum aantal kinderen in de populaire hoeken verliepen de volgende werklessen eigenlijk als vanzelf. Na het aanbieden van de door mij voorbereide activiteiten gingen de kinderen zelf aan de slag. De oudste kinderen corrigeerden de jongsten wanneer een hoek vol zat. Gelukkig was er dan genoeg ander materiaal te vinden. Ik merkte wel op dat ik steeds vaker dezelfde kinderen in een bepaalde hoek zag spelen. Hierop besloot ik uiteindelijk de populaire hoeken al in de kring te verdelen. Hierdoor kon ik ook dat stille kind eens als eerste laten kiezen, het nieuwe meisje dat voor het eerst op school was, of het kind dat altijd wat langer over zijn werk doet waardoor hij als laatste kan spelen.

Toen ik nog wel met een kiesbord werkte vond ik het altijd fijn om nieuw materiaal te introduceren middels het kiesbord. Ik introduceerde dan kort het materiaal in de kring en hing een nieuw kaartje op het planbord. Dit werkte goed. Ook hiervoor moest ik een nieuwe manier vinden. Ik besloot de spelinloop nu te gebruiken voor dit moment. Tijdens de inloop zet ik het nieuwe (of vergeten) materiaal neer, zodat kinderen dit met elkaar kunnen ontdekken. De kinderen mogen tijdens de spelinloop zelf kiezen waarmee zij gaan spelen. In de kring bespreek ik vervolgens de ervaringen van de kinderen en ik laat de mogelijkheden van het materiaal zien. Je ziet dan tijdens de speelwerkles dat het materiaal ook uit de kast wordt gepakt.

Al met al was het een hele omschakeling en ik moet eerlijk bekennen, in eerste instantie zag ik de voordelen er niet van in. Ik vond het omslachtig en onnodig moeilijk. Mijn ervaring was dat het kiesbord zelf al voor het verdelen van de kinderen zorgt, zonder dat ik daarbij moet sturen. Werken zonder kiesbord zou in mijn ogen alleen maar voor meer werk in een werkles zorgen. Nu ik al twee jaar niet anders gewend ben zie ik er wel degelijk de voordelen van in. In de eerste plaats bespaart het tijd. Kinderen hoeven niet meer te wachten en kunnen direct aan de slag. Ook vind ik het fijn dat kinderen niet meer zo gefocust zijn op een bord wanneer er iemand wil ‘wisselen’. Hierdoor spelen ze veel langer met het gekozen materiaal. Daarnaast vind ik het ook mooi dat de kinderen eigenlijk uit al het materiaal mogen kiezen. Ze worden niet meer beperkt tot de kaarten die op het bord passen of die de juf heeft uitgekozen.

Verder merk ik ook dat het spel veel meer in elkaar overloopt omdat de hoeken minder vast staan. Je kunt makkelijker uit de huishoek overlopen naar het winkeltje om daar je boodschappen te doen en vanuit de knutselhoek kun je prima even tussendoor een ijsje kopen bij de ijswinkel. Het werken zonder kiesbord heeft me doen inzien dat het prima kan en alleen wellicht iets meer sturing vraagt. Werken zonder of met kiesbord, het heeft allebei voor- en nadelen. En ik ben blij dat ik met beide werkvormen heb gewerkt, want beide situaties hebben me veel geleerd.

Werk jij met of zonder kiesbord? Deel ervaringen en tips dan in onze Facebookgroep: Vrienden van Kleuteruniversiteit