Marleen Overweel is leerkracht van groep 1-2 in Doorn en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In vrijwel elke kleuterklas maken de kinderen regelmatig een vouwwerk. Vouwen is iets wat bij een kleuterklas hoort, maar waarom eigenlijk? Wat leren de kleuters ervan? En waar moet je beginnen? In deze blog beantwoordt ze deze vragen.
De oorsprong van vouwen in de kleuterklas ligt bij de Duitse pedagoog Friedrich Fröbel (1782-1852). Fröbel geloofde in het vouwen omdat hij het een goede methode vond om de kinderen te laten kennismaken met wiskundige vormen. Vanuit zijn visie ontstonden de eerste basisvouwwerken in kleuterklassen. Vandaag de dag vouwen wij nog steeds veel met kleuters. Vouwen is nuttig, er worden diverse vaardigheden geoefend, namelijk:
- de fijne motoriek
- de oog-hand coördinatie
- gericht leren kijken en vergelijken
- de tastontwikkeling
- vormen en kleuren
- rekenbegrippen
- trainen van het geheugen
Verder is het natuurlijk hartstikke gaaf om van een vel papier een mooi vouwwerk te maken. Ik kan er altijd van genieten als een vierjarige net op school komt en trots met een mooi werkje naar huis gaat.
In eerste instantie leer je de kinderen de volgende vouwtechnieken aan:
- De rechte vouw
- De schuine vouw
- Het rechte kruis
- Het schuine kruis
Als ze dit onder de knie hebben gaan we aan de slag met:
- Het rechte en schuine kruis
- 16 vierkantjes
- 16 vierkantjes plus het schuine kruis
Om de kinderen goed te leren vouwen is het noodzakelijk om ze een aantal basistechnieken aan te leren. Bij de rechte vouw laat ik het kind het papier recht op tafel leggen. Het kind pakt, met de duim en wijsvinger van beide handen, de onderkant van het papier vast en vouwt deze naar boven.
Bij de schuine vouw legt het kind het vouwblad schuin, zodat de punt van het blaadje naar de buik van het kind wijst. Ook hier laat ik ze onderaan beginnen en het blad naar boven vouwen.
‘Puntjes op de puntjes’ dit horen de kinderen bij mij vaak. Ik leer ze vanaf het begin om secuur te vouwen, vaak willen de kinderen te snel terwijl een beetje aandacht vaak leidt tot een heel mooi resultaat. Verder leer ik de kinderen om scherpe vouwen te maken door altijd even met je vinger over de vouw te strijken.
Ik vind het belangrijk dat kinderen hun eigen creativiteit kwijt kunnen in knutselwerkjes en niet allemaal het werkje van de juf kopiëren, maar bij het vouwen is dit niet altijd mijn doel. Als ik met mijn groep 2 de 16 vierkantjes wil oefenen kan het dus best eens voorkomen dat we allemaal hetzelfde werkje aan het maken zijn. Het doel is dan specifiek het maken van 16-vierkantjes en niet per se het prikkelen van de eigen creativiteit.
Toch is die creativiteit ook goed te combineren met een vouwwerkje. Zo laat ik geregeld de kinderen zelf de kleuren uitzoeken. Je krijgt dan wel eens een roze kuiken of een geel schaap.
Je kunt ook de kinderen allemaal dezelfde basis laten vouwen en vervolgens het werk zelf af laten maken. Dit kan een leuk resultaat geven, zeker met 16 vierkantjes. Laat een kind 16 vierkantjes vouwen en deze los knippen. De kinderen kunnen nu zelf iets in elkaar mozaïeken. Experimenteer met verschillende formaten en kleuren. Zo wordt een werkje toch eigen maar oefenen ze wel allemaal dezelfde vaardigheid; het vouwen van 16 vierkanten.
Leg naast gewoon knutselpapier ook vouwblaadjes in de knutselkast. Je zult zien dat de kinderen deze ook geregeld zullen gebruiken als ze zelf iets aan het knutselen zijn. De vouwwerkjes op de foto hieronder werden gemaakt tijdens een vrij moment. Deze kinderen hadden voor knutselen gekozen en gingen met de vouwblaadjes aan de slag. Het meisje had net een vlieger leren vouwen en besloot hier zelf een bloem van te maken. De jongen wilde graag een robot maken en ging aan de slag met 16 vierkantjes.
Naast de oefening van het vouwen zijn kinderen ook volop bezig met knippen en plakken. Veel kinderen hebben de neiging om het vouwwerkje aan de ‘mooie’ kant op te plakken. De omgevouwen hoeken steken dan uit naar buiten. Ook gaan ze helemaal los met het plaksel. Ik laat daarom de kinderen alleen de randen insmeren met lijm. Dit voorkomt dat ze het hele vouwwerkje insmeren met lijm en deze al scheurend en bubbelend op hun papier plakken.
Het knippen luistert bij een vouwwerkje nauw. Dit moet netjes op de vouwlijn en het vouwblad moet niet altijd helemaal doorgeknipt worden. Ik geef daarom de kniplijn bij de jongere kinderen aan met een stift. De oudere kinderen kunnen het vaak al goed zelf.
De jongere kinderen begeleid ik met het maken van een vouwwerkje. De kinderen die het al wat meer onder de knie hebben, kunnen zelf aan de slag met het volgen van een vouwreeks. Deze vouwreeks laat ik ook aan de jongere kinderen zien, zodat ze al wennen aan de manier waarop ze deze moeten lezen.
Online zijn er diverse instructievideo’s te vinden waarmee de kinderen ook zelfstandig aan de slag kunnen. Meester Sander heeft zeer bruikbare filmpjes gemaakt met een QR-code die de kinderen zelf kunnen scannen.
Vouwen is hartstikke leerzaam, de kinderen voelen zich competent als ze een mooi werkje hebben gemaakt en ik geniet er elke keer weer van om de kinderen ermee bezig te zien. Genoeg redenen waarom het vouwen belangrijk is in een kleuterklas. Op mijn Instagrampagina deel ik geregeld de knutselwerken die de kinderen in mijn klas gemaakt hebben. Nieuwsgierig? Volg mij dan!
Wil je jouw ervaringen met vouwen delen met ons? Ga dan naar onze facebookgroep Vrienden van Kleuteruniversiteit.