Stoepkrijt! Wie is er niet groot mee geworden. Het is betaalbaar, leuk en zelfs heel leerzaam. Daarom geven we je in deze blog tips voor spelen met stoepkrijt. Met deze tips ben je niet alleen gezellig bezig, maar leren de kinderen stiekem ook nog bijzonder veel zonder dat ze het in de gaten hebben.
Hinkelbanen
Wist je dat hinkelbanen zelfs al in de Romeinse tijd werden gebruikt om de soldaten te trainen zodat ze hun voetenwerk konden oefenen? Hartstikke stoer dus om te hinkelen. Heb je inspiratie nodig voor verschillende hinkelbanen? In deze download vind je verschillende voorbeelden. Betrek je kind bij het maken van de hinkelbaan. Dat is minstens net zo leerzaam als het hinkelen zelf. Aan de slag!
- Teken een hinkelbaan op straat en laat je kind tijdens het hinkelen de cijfers benoemen. Om het moeilijker te maken kun je natuurlijk de cijfers door elkaar zetten en niet ‘zoals het hoort’. Kent je kind al letters? Dan kun je deze ook gebruiken.
- Noem een cijfer. Het kind moet de tegel met dit cijfer overslaan.
- Schrijf steeds een woord in een vak en sla ook eens een vak over. In het vak schrijf je dan een woord wat lijkt op het eerste woord. Het kind mag alleen springen op het woord dat overeenkomt met de eerste tegel.
- Teken cirkels op straat en schrijf daar de cijfers in. Maak vervolgens de keuze of je 1 t/m 6 doet, of 2 t/m 12. Pak dan één of twee dobbelstenen, gooi ermee en laat het kind naar die cirkel toe rennen, hinkelen, springen of huppen. Je kunt er dan voor kiezen om dat cijfer bijvoorbeeld af te laten kruisen, zodat je weet dat dat cijfer al geweest is, of laat het kind turven (streepjes zetten) hoe vaak dit cijfer aan de beurt is gekomen.
- Maak omtrekken van handen en schoenen. In een rij van drie tegels komen steeds combinaties van drie: twee handen en één voet, of twee voeten en één hand, in verschillende volgorden. Maak gebruik van de download om een voorbeeldbaan te maken. Bij slecht weer kun je het stoepkrijt opbergen en met behulp van de download binnen lekker verder hinkelen. Want stoepkrijt op het laminaat lijkt ons niet zo’n goed idee.
Woordenhinkelbaan
- Teken een hinkelbaan met twaalf hokken. Schrijf een beweging in het vak, met in de hoek een cijfer. Het kind voert deze beweging uit zodra hij in het vak belandt. Dit doet hij door met twee dobbelstenen te rollen. Suggesties voor bewegingen: draai, stamp, spring, lach, hinkel, klap, dans, hak, tik, juich, val, zwaai, zing, klaar (bij 12). Bekijk de video voor een voorbeeld van de woordenhinkelbaan:
Nog meer ideeën met stoepkrijt
- Maak een groot vierkant en verdeel dat in twee helften. Teken voor je kind iets aan de ene kant. Het kind tekent hetzelfde aan zijn kant, maar dan in spiegelbeeld. Hierbij wordt het spiegelen geoefend. Dit kun je ook om en om doen. Eerst doe jij als ouder wat en het kind tekent het na, en daarna tekent het kind iets en jij tekent het na. Laat het kind controleren of het goed is.
- Bedenk samen een aantal letters die je kind kan herkennen. Schrijf deze letters in cirkels die je verspreid over de stoep tekent. Als ouder bedenk je een woord dat met één van deze letters begint. Het kind moet nadenken welke letter er vooraan klinkt en rent vervolgens naar de bijbehorende cirkel. Je kunt de opdracht moeilijker maken door de letters ook aan te bieden in het midden of aan het eind van een woord. Is deze opdracht nog te moeilijk? Teken dan cirkels in verschillende kleuren of cijfers. Je kunt nu de kleuren roepen, of items die een bepaalde kleur zijn, zoals bijvoorbeeld de zon of het gras.
- Laat het kind op een zonnige dag in de ochtend de schaduw van een object omtrekken. Rond het middaguur ga je nog een keer naar buiten. Trek de schaduw opnieuw over. Is de schaduw nog hetzelfde? Waarom is deze veranderd? Het leuke van het overtrekken van schaduwen is ook dat je op deze manier je eigen kleurplaten kunt maken. Trek de schaduw van jezelf over of van je speelgoed en maak zo je eigen tekeningen.
- Maak een mooie tekening van stoepkrijt. Zorg hierbij dat het kind de hoofdrol krijgt in de tekening. Teken bijvoorbeeld een ballon en laat het kind bij die ballon liggen. Of teken een paard en ga vervolgens zo op het paard liggen dat het van bovenaf lijkt of je echt op het paard zit. Maak hier een foto van, zodat het kind kan zien wat het eindresultaat is.
- Teken drie dezelfde cirkels. Laat het kind van de cirkels iets maken door er dingen aan toe te voegen. Wat maak jij ervan? (een gezicht, een klok, een medaille of een sneeuwbal bijvoorbeeld?) Maak ook drie cirkels voor jezelf en spreek af dat jullie pas mogen kijken als je klaar bent. Vergelijk de cirkels met elkaar en ontdek wat de ander gemaakt heeft. Je kunt deze activiteit natuurlijk herhalen met andere vormen.
- Maak een schilderij met stoepkrijt. Plak een vierkant van het terras of de stoep af met schilderstape. Verdeel dit vlak met de schilderstape in kleinere vlakken. Geef elk vlak een kleurtje, aan het einde haal je de tape weg en heb je een echt schilderij.
Teken aan een kant een duim omhoog op de stoep en aan de andere kant een duim omlaag. Of een lachende en een verdrietige smiley. Zeg steeds een stelling. Als deze klopt, rent het kind naar de kant van de duim omhoog. Klopt het niet, dan rent het kind naar de duim omlaag. Wissel na een tijdje de rollen om. Laat je kind stellingen bedenken voor jou. Je kunt bij dit spel van alles bedenken:
- Stellingen bij een seizoen: in de zomer is het koud buiten, in de herfst valt er sneeuw, in de winter doe je een muts op, in de lente leggen de vogels een ei. De onderwerpen kunnen hierbij wisselen, denk ook aan je gezin/familie, dieren, kleding, etc.
- Oefen met het fonemisch bewustzijn, dit betekent dat kinderen klanken in woorden kunnen herkennen. Vertel je kind dat je nu woorden gaat roepen en dat dit allemaal woorden met de letter ‘p’ zijn. Als het klopt gaat het kind aan de goede kant staan, als het niet klopt aan de foute kant. voorbeelden: pauw – raket – paars – patat – zand – trui – poep – paraplu – pinguïn – kast – panda. Herhaal deze activiteit een aantal keer, steeds met andere letters.
- Steek een aantal vingers omhoog en noem hierbij een cijfer, bijvoorbeeld drie vingers en het cijfer 3 of vijf vingers en het cijfer 7. Steek je de juiste hoeveelheid vingers op en zeg je het juiste cijfer? Dan rent je kind naar de duim omhoog. Doe je het verkeerd dan rent je kind naar de duim omlaag.
Bij Kleuteruniversiteit geloven we dat spelen wijzer maakt en we helpen je graag om leerzame activiteiten voor je kind te bedenken. Ga je ermee aan de slag? We zouden het super vinden als je ons een foto of filmpje stuurt. Wil je meer blogs lezen over spelen en leren? Bekijk dan onze tips voor thuis pagina. Heb je vragen? Mail ons gerust. Je kunt ons ook vinden op Facebook en Instagram.