Jamie de Hart is leerkracht van groep 1/2 op de Jozefschool in de Goorn en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In deze blog vertelt ze hoe je succescriteria kunt inzetten, om kleuters bewust naar hun werk te laten kijken en zo het beste uit zichzelf te kunnen halen.
Juf, ben ik zo klaar? Is het goed? Is het al af? Dit zijn vragen die ik vaak van kleuters heb gekregen, wanneer zij een opdracht moesten maken. Logisch! Juf wil dat je iets doet, hoe weet je dan wanneer het goed is? Door het inzetten van succescriteria, punten waar de opdracht aan moet voldoen, is het voor de kinderen duidelijk wat er precies van ze verwacht wordt.
Wat zijn succescriteria?
Het inzetten van succescriteria komt bij ons voort uit een training over leren zichtbaar maken en formatief evalueren. Een van de onderdelen die hierbij behandeld is, is het werken met succescriteria. Iets wat ons erg aansprak en waar wij bij de kleuters ook mee aan de slag konden.
Bij het formatief evalueren staan leerdoelen en succescriteria centraal. Het woord succescriteria, zegt eigenlijk al wat het inhoudt. Criteria die bepalen of iets een succes is. John Hattie, onderwijsdeskundige, vergelijkt succescriteria met spelregels of het spelverloop van een spel. Als je niet weet hoe je het spel moet spelen, hoe kun je dit dan goed doen? Succescriteria geven de kinderen inzicht in wat er van ze verwacht wordt. Als ze daar een helder beeld van hebben, gaat hun leerproces ook beter. Ze weten tenslotte waarop gelet wordt en wat ze nodig hebben om het doel te bereiken.
Succescriteria opstellen
Op mijn school gebruiken we vooral succescriteria wanneer de kinderen zelfstandig een opdracht maken. Elke week staan er een of twee opdrachten op de weektaak, waarbij aan minimaal één opdracht succescriteria verbonden zijn. Dit kunnen creatieve, maar ook reken- en taalopdrachten zijn. Een voorbeeld hiervan is: maak een dinosaurus. Hoe je dat doet, mag je zelf weten. Tekenen, bouwen, schilderen … alles mag. Als de dino maar aan de succescriteria voldoet.
Door de kinderen eigenaar te maken van het bedenken van de succescriteria, zorg je ervoor dat ze heel bewust nadenken over het mogelijke eindresultaat. Ook zorgt dit ervoor dat de kinderen ideeën krijgen om aan de slag te gaan en verhoogt dit de betrokkenheid. Het samen bedenken van de succescriteria doe ik tijdens een kringgesprek. Waaraan vinden de kinderen dat een goed eindproduct voldoet? Soms ondersteun ik dit gesprek door het opzoeken van afbeeldingen op het digibord. Zo keken we naar foto’s van verschillende dinosaurussen, waarna de kinderen bedachten dat een dinosaurus een buik, staart, vier poten, een kop met ogen, neus, mond met tanden en iets dat de dino bijzonder maakt (drie hoorns, stekels op zijn rug, een hele lange nek), moet hebben.
Terwijl de kinderen de criteria bedenken, schrijf ik deze op en maak ik er een tekening bij. Hierdoor zijn de kinderen in staat de criteria zelf te kunnen ‘lezen’, waardoor ze zelf kunnen controleren of hun werkje af is.
Aan het werk
Als de succescriteria zijn vastgesteld, kunnen de kinderen aan de slag. Ze voeren de opdracht uit op een manier die hen aanspreekt. Daarbij houden ze rekening met de eisen waar de opdracht aan moet voldoen. De lijst met succescriteria hangt op een plek in de klas, waar de kinderen gemakkelijk naar kunnen kijken. Bijvoorbeeld naast de kast met potloden als de kinderen een tekening maken. Als de kinderen zelf bedenken op welke manier ze de opdracht uitvoeren, kopieer ik het blad en hang het op verschillende plekken in de klas (bij de bouwhoek, het schilderbord, de knutselkast etc.).
Doordat de lijst zichtbaar in de klas hangt, kunnen de kinderen tijdens het werken op het blad kijken als ze even niet weten hoe ze verder moeten: ‘Wat heeft mijn dinosaurus nog meer nodig? Een staart! Die ga ik maken.’
Controleren of je klaar bent
De zin: ‘Juf, ik ben klaar!’ , is iets dat ik de laatste tijd alleen nog maar hoor als de kinderen ook echt klaar zijn. Doordat het blad met succescriteria zichtbaar in de klas hangt en visueel is aangegeven wat erop staat, kunnen de kinderen ook zelf kijken of de opdracht ook echt klaar is. In het begin hebben de kinderen wat hulp nodig, maar na een aantal keer oefenen, lukt het ze om zelfstandig of met de hulp van een ander kind op hun werk te reflecteren.
In eerste instantie doe ik voor hoe de kinderen het blad moeten gebruiken om te reflecteren. Hierbij neem ik het blad van het kind over, terwijl het kind meekijkt. ‘Bij de succescriteria staat dat een dinosaurus een buik nodig heeft. Ja, die zie ik’. Later wijs ik de succescriteria om beurten aan en stel ik vragen aan de hand van de vooraf vastgestelde eisen. ‘Heb je een buik gemaakt? ‘ Hierbij is vaak al te zien dat kinderen direct actie ondernemen als ze iets nog niet gemaakt hebben.
Bij de volgende stap reflecterende kinderen in tweetallen. Ze kiezen een maatje, waarmee ze samen naar elkaars werk kijken. Doordat ik het de keren hiervoor heb voorgedaan, zie ik kinderen vaak dezelfde vragen stellen. Als het samen reflecteren goed gaat, is de laatste stap alleen naar het werk kijken. Hierbij kijkt het kind zelf kritisch naar de opdracht en bepaalt hij of hij klaar is.
Wat als de opdracht niet aan de succescriteria voldoet?
Het gebeurt regelmatig dat een kind er tijdens het reflecteren achter komt dat de opdracht niet aan de succescriteria voldoet. Dat betekent niet dat de opdracht ‘verkeerd’ is uitgevoerd. Het betekent slechts dat de opdracht nog niet af is. Als dit het geval is, besluiten ze meestal zelf de opdracht alsnog af te maken. Natuurlijk zijn er altijd kinderen die het nog lastig vinden om te reflecteren en er zelf niet achter komen dat de opdracht niet af is. Deze kinderen help ik door samen op de activiteit te reflecteren. Hierbij stel ik vragen en help ik goed naar de criteria te kijken. Als we er samen achter komen dat de opdracht nog niet aan alle succescriteria voldoet, motiveer ik dit kind om de opdracht alsnog af te maken.
Het reflecteren zorgt ervoor dat de kinderen werk afleveren waar gericht aan is gewerkt en kritisch naar is gekeken. Wat mij hierbij opvalt, is dat de kinderen werk inleveren van een veel hoger niveau!
Verschillende voorbeelden
Ik kan me voorstellen dat je ook eens zou willen proberen te werken met succescriteria, maar bij wat voor activiteit doe je dit? Hieronder zal ik enkele voorbeelden geven die ik heb ingezet in de groep:
– Bedenk een zin met minimaal 7 woorden over de winter.
– Bouw een dierentuin. Alle diersoorten moeten hun eigen verblijf hebben. De dieren mogen niet ontsnappen. De bezoekers moeten alle dieren kunnen bekijken.
– Teken Sinterklaas. Hij heeft een snor, baard, mijter, staf, tabbert en mantel.
– Maak een tekening bij het thema 112. Op de tekening is te zien: Het probleem/ongeluk en een van de hulpdiensten.
Ik hoop dat deze blog jou inspireert om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Werk jij op een andere manier of heb je nog tips? Deel ze dan in de Facebookgroep ‘Vrienden van Kleuteruniversiteit’. Ik laat mij ook graag weer inspireren! Op mijn Instagram account plaats ik met regelmaat foto’s van mijn klas.