Ingelien Lemmen is leerkracht op Het Spectrum in groep 1 en ambassadeur bij Kleuteruniversiteit. In dit blog vertelt ze over hoe je de coöperatieve werkvorm ‘Wie ben ik?’ in kunt zetten bij de projecten van Kleuteruniversiteit.
In het woordenschatonderwijs wil je verschillende activiteiten in je groep uitvoeren zodat woorden voor kinderen duidelijk worden en betekenis krijgen. Binnen mijn team zijn we gewend om coöperatieve werkvormen in te zetten. Hier ben ik mij dan ook meer in gaan verdiepen. Ik ontdekte Vensterruiten en schreef hier een tijdje terug een blog over, en op deze blog kwamen ontzettend veel positieve reacties. Het doel van de blogs op Kleuteruniversiteit is om jullie inspireren en dat hoop ik wederom te doen!
Ik werk graag met de projecten van Kleuteruniversiteit en vind het fijn dat er in bijna ieder project woordkaarten te vinden zijn. Hier kun je zo ongelooflijk veel activiteiten bij bedenken. De focus in mijn groep ligt steeds op het stimuleren en uitbreiden van de woordenschat en ik vind woordkaarten dan ook onmisbaar. Daarnaast vind ik het belangrijk om juist coöperatieve lessen te geven zodat iedere leerling een actieve rol heeft en de betrokkenheid wordt vergroot.
Wie ben ik?
Wie ben ik? is een ontzettend leuke en leerzame coöperatieve werkvorm die zeer geschikt is om met kleuters te spelen. De werkvorm vraagt wel om een kleine aanpassing en het is belangrijk om het stap voor stap aan te bieden. Op die manier krijgen kleuters steeds beter door hoe het spel werkt en wat er van hen verwacht wordt. Ik voer deze werkvorm sinds kort uit en ervaar dat het nu al een succes is. De kinderen hebben er ontzettend veel plezier in, leren er veel van en het is ook echt een groepsactiviteit. Graag deel ik graag mijn ervaringen met jullie.
Het prentenboek Ssst! De tijger slaapt was het prentenboek van het jaar 2018 en stond centraal tijdens de Nationale Voorleesdagen. Kleuteruniversiteit heeft er een project bij gemaakt, en deze heb ik natuurlijk aangeschaft. In het prentenboek staan verschillende dieren centraal. Zo gaat het natuurlijk over een tijger, maar ook een kikker, vos, schildpad, muis en een ooievaar. In de bijlagen van het project vind je woordkaarten met afbeeldingen van deze dieren erop. Binnen het project “Ssst! De tijger slaapt” heb ik deze werkvorm meerdere keren uitgevoerd.
Ssst! De tijger slaapt en de dieren willen haar niet wakker maken. Maar ze ligt wel vreselijk in de weg … Gelukkig heeft kikker een idee: met een ballon zweven ze over de tijger heen. Daarbij kunnen ze wel wat hulp gebruiken. Blaas je mee, zodat alle dieren veilig aan de overkant komen?
Voordat je start met Wie ben ik? is het belangrijk dat je de woordkaarten die jij centraal wilt stellen met de kinderen bespreekt. In mijn les waren dat de zes dieren uit het prentenboek.
Neem de tijd om de verschillende dieren te bekijken. Hoe zien ze eruit? Ga met elkaar op zoek naar kenmerken, overeenkomsten en verschillen bij de dieren. Deze informatie hebben ze bij een volgende stap nodig.
Hoe zet je Wie ben ik? in?
- Start Wie ben ik? door de zes woordkaarten met de dieren met de afbeeldingen naar beneden op tafel neer te leggen.
- Plaats een hoedenstrook op je hoofd, pak zonder te kijken één woordkaart van tafel en bevestig deze met een knijper vast op de hoed.
- Vertel de kinderen dat zij niet mogen verklappen welk dier jij straks op je hoed zet, omdat jij gaat proberen dit te raden.
- Stel gesloten vragen aan de kinderen waar zij alleen ja of nee op mogen beantwoorden. Dit is bijzonder lastig voor kleuters, in hun enthousiasme vertellen ze vaak meer dus daarom heb ik bewust de keuze gemaakt om de kinderen te laten reageren met ‘waar – niet waar’. Dit is ook een coöperatieve werkvorm waarbij de kinderen hun duim omhoog of hun duim naar beneden doen als reactie op jouw vraag.
Op deze manier verwacht je dat iedereen meedenkt en meedoet! Je ziet ook meteen wie het spel begrijpen en wie het nog lastig vinden. Doordat jij degene bent met de hoed op, leren de kinderen veel van de gesloten vragen die jij stelt.
Stel vooral vragen met ‘Heb ik…’, ‘Ben ik…’, ‘Kan ik…”.
Wanneer je dit een aantal keer hebt gespeeld, is een goede vervolgstap een kind op jouw stoel plaats te laten nemen. Zet een kaartje vast op de hoedenstrook en laat het kind nu de vragen stellen. Mooi om te zien of ze doorhebben hoe het spel werkt en of ze erachter kunnen komen wie ze zijn. Het niveauverschil is ook interessant om te zien. Doordat je deze activiteit speelt met de hele groep, iedereen zijn of haar bijdrage levert, is de ontlading bij het goed raden van het dier ook ontzettend leuk om te zien. Ze zijn echt blij voor én trots op elkaar!
Een volgende stap is de uitvoering in de kleine kring. Dit is intiemer, kinderen tonen nog meer betrokkenheid en ze krijgen allemaal de kans om een keer de Wie ben ik hoed op te zetten. Je kunt er ook voor kiezen om dit met alle kinderen tegelijk te spelen, in meerdere kleine kringen. Zorg dan wel voor genoeg woordkaarten!
Een laatste stap zou kunnen zijn om bij alle kinderen een woordkaart op hun rug vast te maken (of te zorgen voor heel veel hoedenstroken!) met bijvoorbeeld een knijper of plakband. Ieder kind moet dan raden wie hij of zij is. Laat de kinderen door elkaar lopen en door middel van een hand omhoog-tweetal een maatje vinden om een vraag aan te stellen. De vragen mogen alleen met ja of nee beantwoord worden. Om snelheid in het spel te houden, kun je zorgen voor meerdere kaartjes. Zo kan ieder kind meteen weer meespelen als het kaartje geraden is.
Ik ben enthousiast over deze werkvorm omdat ik zie hoeveel plezier de kinderen hebben en hoeveel ze er van leren. Het is meer dan alleen het benoemen van de dieren, er gaan heel veel belangrijke stappen aan vooraf.
De luisterhouding wordt ook bij deze werkvorm sterk verbeterd en de woordenschat gestimuleerd en uitgebreid. De woorden krijgen, door het stellen van de vragen, betekenis en inhoud. Ze leren van én met elkaar, dat vind ik mooi om te zien. Kortom, een fijne activiteit waarbij iedereen enorm betrokken is!
Binnenkort staat het project Dottie’s kuikens gepland waarin boerderijdieren en hun jongen centraal staan. Met de bijgeleverde woordkaarten ga ik absoluut weer met Wie ben ik? aan de slag.
Ik hoop jullie te hebben geïnspireerd om met deze werkvorm te starten. Het kan absoluut worden ingezet bij ieder project en ik daag je uit om het te gaan doen! Laat je me weten wat jouw ervaring was met deze werkvorm? Ik ben bereikbaar via het emailadres ambassadeur@kleuteruniversiteit.nl .