Inspiratieblog: De kracht van zelf doen

Ester Klaver is leerkracht op de Bosbergschool in Hollandsche Rading waar zij lesgeeft aan een groep 1-2-3. Ester is er een groot voorstander van het geven aan autonomie aan kinderen en laat ze daarom veel dingen zelf doen en ontdekken. In deze blog neemt zij jou mee in hoe dat er in haar klas aan toe gaat.

De kracht van zelf doen en ontdekken

Stralend staat ze voor me. De glimlach pas bijna niet op haar gezicht. “Zie je iets aan mij juf?” vraagt ze. Ik zie het natuurlijk allang, maar speel het spelletje even mee. “Heb je soms een nieuwe broek aan?” Ze schudt van nee. “Nieuwe schoenen dan?” “Nee juf, ik heb mijn jas dicht, helemaal zelf gedaan!” Alle moeizame pogingen van de afgelopen weken zijn vergeten. Haar frustratie veranderde in doorzetkracht. En nu is het gelukt. Haar rits zit dicht en ze heeft het zelf gedaan! Ik ben trots en zij straalt van oor tot oor. Missie geslaagd.

Het is zo makkelijk, en meestal ook tien keer sneller, om te zeggen: “Kom maar, ik zal het even voor je doen. Laat mij maar even helpen”. Wat je daarmee eigenlijk tegen een kind zegt is: “Jij kan dit niet, ik kan het beter”. Dat is natuurlijk niet de boodschap die we aan kinderen mee willen geven. En toch maakt bewust of onbewust bijna iedere leerkracht hier zich weleens schuldig aan.

Zelf doen

Iedere leerkracht zal beamen dat het heel fijn is wanneer kleuters dingen zelf kunnen. Niet voor niets benadrukken we bij de start in groep één bij de ouders dat kinderen echt zelfstandig naar het toilet moeten kunnen. Als geen van jouw 25 kleuters zelf zijn schoenen kan aan- en uitdoen, of zich enigszins zelfstandig kan omkleden voor de gymles dan nemen alle activiteiten ontzettend veel tijd in beslag. Om dingen te leren is eveneens tijd nodig en ruimte om het te mogen oefenen. En het vertrouwen van een leerkracht die in jou gelooft en die jou de gelegenheid geeft om dingen eerst honderd keer fout te doen voordat het ook echt lukt. Maria Montessori zei al heel mooi: Leer mij het zelf te doen.

Omgeving creëren

In mijn groep probeer ik alles zo in te richten dat de kinderen mij voor praktische zaken zo min mogelijk nodig hebben. Zo weten mijn kinderen inmiddels heel goed wat wel en niet mag en weten ze ook dat ze (bijna) alles zelf mogen. Dit betekent als eerste, veel afspraken maken met elkaar. Zo mogen de kinderen in mijn groep altijd naar de wc. We hebben geen ketting, lampje of iets anders en ze hoeven het ook niet te vragen. Als je moet, dan ga je. Als de wc bezet is, wacht je even. De enige afspraak hierover is dat ze het even melden als ze gaan wanneer we buiten zijn en niemand gaat naar het toilet tijdens de kring of instructie. Dit soort afspraken kun je natuurlijk overal over maken.

Behalve afspraken maken is ook mijn klaslokaal ingericht op een manier dat de kinderen over bijna alle materialen zelfstandig kunnen beschikken. Knutselmaterialen, tekenspullen, nieuw papier, plakband, ze weten alles zelf te vinden. Ook het bijvullen van verpotten en lijmpotjes doen ze gewoon zelf. Wanneer ze iets niet zelf kunnen of weten, vragen ze het aan een ander kind. Dit alles zorgt ervoor dat ik tijd heb voor andere dingen, omdat ze mij niet steeds nodig hebben om iets te pakken of te vragen. Het creëren van zo’n omgeving kost wel wat tijd en energie. De kinderen moeten eraan wennen en in het begin hoor je dan toch nog vaak “Juf, juf, juf”. Als het eenmaal werkt kunnen de oudere kinderen de nieuwe leerlingen meenemen in de gang van zaken in de groep en loopt het eigenlijk gesmeerd. Ook bij routine vaardigheden zoals schoenen aan- en uittrekken (wij hebben binnen in de school geen schoenen aan), ritsen of knopen open en dicht maken en veters strikken, bekers en bakje openen en bananen open maken is mijn standaard eerste reactie: “heb je het al zelf geprobeerd?” Ik geef vaak liefdevolle mondelinge ondersteuning vanaf de zijlijn, maar ik laat alle kinderen eerst alles zelf proberen. Natuurlijk zorgt dit voor frustratie en soms zelf tranen, maar net als met alles wat je moet leren gaan kinderen eerst door een leerkuil voordat ze het kunnen.

Zelf ontdekken

Ook op het gebied van activiteiten ben ik een groot voorstander van zelf doen. Kinderen hebben autonomie nodig om een voldaan en goed gevoel over hun eigen resultaten te hebben. Dit bereik je door kinderen zoveel mogelijk zelf te laten doen en zelf te laten ontdekken. Uiteraard hebben kinderen wel jou als leerkracht nodig om de juiste omgeving te scheppen waarin zij de mogelijkheid hebben om tot dat ontdekken te komen.

Risicovol spel:

Risicovol spel is een belangrijk onderdeel waarbij kinderen zichzelf, hun eigen lichaam en hun eigen grenzen kunnen leren ontdekken. Maar, het woord zegt het al, er komt wel risico bij kijken. Hoe weet een kind hoe het over een balk moet balanceren zonder te vallen? Juist door te ervaren dat je kunt vallen. Wanneer dat gebeurt, zal het de tweede keer een manier bedenken om dat te voorkomen. Bijvoorbeeld door de armen wijd te doen om balans te houden, zijwaarts te lopen in plaats van vooruit, of een stok te gebruiken om op te steunen. Misschien komt het kind er ook wel achter dat het echt nog te moeilijk is. Wanneer je als leerkracht direct een hand zou geven om te helpen, ontneem je het kind om zelf een manier te vinden om de balk over te steken. Aan jou als leerkracht is de taak om het risico in te schatten. Je laat een kind dit bijvoorbeeld niet oefenen op een balk van een meter hoog. Of een balk met een tegel ondergrond waarbij het risico aanzienlijk is dat het kind zich kan bezeren. Maar een keertje omvallen van een lage balk op een zand of gras ondergrond is juist goed voor het leerproces.

Ontdekkend leren

Ook in de klas pas ik vaak ontdekkend leren toe. Ik geef kinderen vaak een ruime opdracht waar wel criteria aan zitten. Bijvoorbeeld in de bouwhoek is de opdracht deze week: Bouw een huis met een dak. Er moet een raam en een deur in zitten. Hoe de kinderen deze opdracht uitvoeren is aan hen. Uiteraard kun je tijdens het proces vragen stellen om de kinderen na te laten denken over een mogelijke oplossing voor een probleem dat gaandeweg ontstaat. Desalniettemin probeer ik altijd zoveel mogelijk uit de kinderen zelf te laten komen in plaats van direct tips of oplossingen aan te dragen.

Kleuters zijn ook heel goed in staat om zelf kleine onderzoekjes op te zetten om achter een bepaald antwoord te komen. Vaak hoef ik als leerkracht alleen een vraag te stellen en dat zet het brein van de kinderen aan om achter het antwoord te komen. Bijvoorbeeld: “Zou die grote groene knikker sneller naar beneden rollen als die kleine rode?” Deze vraag zou in mijn klas voldoende zijn om een groepje aan het werk te zetten met het bouwen van een baan waarlangs de knikkers kunnen rollen. Ze zullen gaan vergelijken, er nog meer knikkers bij halen en zelfs de resultaten vastleggen op papier.

Houd een open visie. Als je uitspreekt wat jij denkt dat het doel is van de activiteit die de kinderen gaan ondernemen, leg je ze eigenlijk een grens op. Laat je door de kinderen verrassen. Wanneer je ze de vrijheid geeft om zelf zaken te ontdekken en uit te proberen, zul je zien dat het ook anders kan gaan dan jij van tevoren had verwacht.

Het belangrijkste nog even op een rijtje:

  • Stel vragen als: “Heb je het al zelf geprobeerd?
  • Creëer een omgeving in de klas waar de kinderen zoveel mogelijk spullen zelf kunnen pakken en opruimen.
  • Maak afspraken waardoor de kinderen jou minder nodig hebben om “toestemming’ te vragen.
  • Zorg voor een veilige omgeving waarin kinderen veel mogen en kunnen uitproberen en ontdekken.
  • Stel een startvraag, of geef een opdracht met criteria, maar laat de kinderen daarna zelf bedenken hoe ze dat gaan bereiken.
  • Laat de kinderen voelen dat jij in ze gelooft en het vertrouwen hebt dat ze het zelf kunnen.

Wil je meer zien uit mijn klas en hoe zelfstandig de kinderen daar spelen en ontdekken? Volg mij dan op Instagram @jufesterklaver Wil je meepraten of voorbeelden geven hoe kinderen in jouw klas aan het werk gaan? Praat dan mee op facebook bij ‘Vrienden van Kleuteruniversiteit‘.