Routines in een kleuterklas

Annelieke is werkzaam als kleuterleerkracht in groep 1-2 op basisschool Gummarus in Steenbergen en geeft namens Kleuteruniversiteit de workshop ‘Een beredeneerd aanbod met Kleuteruniversiteit’. Linda Mooijekind is werkzaam als kleuterleerkracht in groep 1-2 op RKBS De Klimboom in Roelofarendsveen. In deze blog inspireren zij je om de routines in je klas efficiënt te gaan inzetten.

In een kleuterklas zijn soms wel tientallen routines die jij als leerkracht dagelijks of wekelijks herhaalt. Een routine is een handigheid die je door ervaring hebt gekregen en/of iets wat steeds opnieuw gebeurt. Het gaat de laatste jaren veel over doelen die aangeboden moeten worden in een kleuterklas. Die doelen moeten cyclisch worden aangeboden en op diverse niveaus. Kleuters ontwikkelen zich allemaal op hun eigen manier in hun eigen tempo en jij als leerkracht moet zorgen dat er een rijk en gedifferentieerd aanbod is voor alle kinderen in jouw klas. Maar wist je dat je heel veel doelen al in je routines aan bod laat komen? Als jij je bewust wordt van jouw routines en er bewust van bent welke doelen je daarmee al wekelijks aan bod laat komen, dan geeft je dat heel veel ruimte tijdens het spelen en werken in de klas en zorgt het voor een rijk aanbod voor de kinderen in jouw klas.

Welke routines heb jij?
Denk eens aan de start van de dag. Ga jij dan net als wij met je klas in de kring? Wat bespreek je dan allemaal? De dagen van de week, de datum, het weer of het dagritme? Tel jij hoeveel dagen je op school bent of hoeveel kinderen er zijn? Bij iedereen zal deze routine net even anders zijn. Stel dat jij elke ochtend de dagen van de week bespreekt en er staat tijdens een thema een activiteit over de dag van de week in de planning: ben jij je er dan bewust van dat dit dus eigenlijk al onderdeel is van je routine? Hier willen we je met deze blog over laten nadenken.

In de groep van Annelieke helpen de hulpjes altijd met het in orde maken van het organisatiebord. Ze zijn hierbij bezig met de dagen van de week, het weer, de datum, het dagritme en meer. Annelieke: “Twee keer per week bespreken we dit met de hele klas in de kring, door middel van de liedjes uit het boek Zinglish.” Zo zijn er nog meer bekende routines te bedenken, zoals namen lezen, voorlezen, tellen, liedjes zingen, klappen, stampen, jassen en schoenen aandoen, opruimen en ga zo maar door.

De kinderen in de klas van Linda vinden het altijd erg leuk om het spelletje ‘op tijd op de rem’ te doen bij het naar binnen gaan na het buiten spelen. Linda: “De kinderen stappen tot het getal dat je noemt. Noem je het getal zes, dan zetten de kinderen zes stappen en daarna stoppen ze. Op deze manier oefenen we steeds de telrij. Je kunt het zo moeilijk maken als jouw groep aankan. Deze werkvorm kan ook prima met klankgroepen-stappen. Je noemt woorden die bij het thema horen en stapt deze. Bijvoorbeeld win-ter. De kinderen doen dus twee stappen en staan stil. Zo kun je doorgaan totdat alle kinderen binnen zijn.”

Bouw het op
Als jij bewuster jouw routines wilt gaan inzetten om bepaalde vaardigheden te oefenen of als verrijking van jouw onderwijs, begin dan met één of maximaal twee routines per maand. Het kost tijd om van iets een routine te maken en het als vanzelfsprekend altijd te doen. Bedenk met welke routine je aan de slag wilt gaan en met welk doel je dan bewust bezig bent. Dit kun je bijvoorbeeld makkelijk noteren op je dagplanning.

Omdraaien
Ook kun je een routine gaan maken van of bij een activiteit, bijvoorbeeld voorlezen. Als je bewust voorleest en kijkt naar de doelen, dan bied je al een heel groot deel aan van alle taaldoelen. Annelieke leest iedere dag voor, maar iedere dag van de week met een ander doel in haar hoofd. “Dit doel heb ik voor mezelf genoteerd op haar dagplanning zodat ik hier bewust mee bezig ben. Nu na een aantal jaren staat het nog wel op de dagplanning, want dat is handig voor een invaller. Maar voor mij is het routine geworden.”

Zo ziet Anneliekes voorleesweekplanning eruit:
Maandag: Voorlezen en voorspellen: waar denk je dat het verhaal over gaat?
Dinsdag: Voorlezen en achteraf benoemen wie de hoofdpersoon is, waar het verhaal zich afspeelt en wat het probleem was en de oplossing waren.
Woensdag: Voorlezen en het benoemen van de kaft en de rug van een boek. Begin en eind van het verhaal bespreken.
Donderdag: Voorlezen en bewust worden lezen van links naar rechts en van boven naar beneden.
Vrijdag: Voorlezen en het verhaal navertellen, met daarbij als het mogelijk is plaatjes op volgorde leggen.

De doelen komen op deze manier wekelijks als routine naar voren en Annelieke hoeft ze daarom niet speciaal aan te bieden. “Natuurlijk horen er nog veel meer doelen bij het voorlezen. Soms voeg ik ook een extra doel toe als ik weet dat een doel goed past bij een bepaald boek dat ik ga voorlezen.”

Aan de slag
Er zijn heel veel routines te betrekken bij je rijke leeromgeving en jouw rijke aanbod in de klas. Je kunt je afvragen of je al die doelen dan ook nog in hoeken en tijdens spel of in de kring moet aanbieden of dat je het specifiek kan doen voor de kinderen die het nodig hebben. Welke routine is voor jou echt goud waard in jouw klas? Met welke routine ga jij in de klas aan de slag om hem effectief te betrekken bij jouw onderwijsaanbod? Hopelijk hebben wij jou met deze blog kunnen inspireren!

Wil je hier meer over weten, volg ons dan via Vrienden van Kleuteruniversiteit op Facebook of op Instagram via @jufannelieke of @juflinda.m

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.