Inspiratieblog: EHBO – Eerste Hulp Bij Online lesgeven

Een nieuwe periode van thuisonderwijs is aangebroken. In deze blog geven de ambassadeurs van Kleuteruniversiteit je ideeën voor online activiteiten met je klas of een gedeelte van de klas.

Routines

In de klas heb je dagelijks verschillende routines. Tijdens de periode van thuisonderwijs missen veel kinderen deze dagelijkse routines, maar je kunt veel van deze routines ook online doen. Je kunt denken aan het benoemen van de dagen van de week, het weer, het tellen van de kinderen of het zingen van een goedemorgen/ goedemiddag liedje. Kijk bijvoorbeeld eens op het Spotify kanaal van Jeroen Schipper. Hier vind je talloze liedjes die je gezellig met elkaar kunt zingen.

Vragen / verhalen

De digitale bijeenkomst is voor veel kinderen een sociaal moment. Ze zien hun klasgenoten en hun leerkracht weer. De kinderen willen misschien wel wat vertellen of vragen. Thuis kunnen er al vragen worden bedacht met ouders. Dit kunnen vragen zijn aan de leerkracht, maar ook aan andere kinderen! Daarnaast is het altijd fijn als ouders vooraf al bedenken met de kinderen wat ze willen vertellen of willen laten zien. Het is fijn als hier ruimte voor is. Kinderen maken thuis veel mee en willen dit ook graag met jou of de andere kinderen delen. Denk je dat dit te lang duurt of verwacht je dat het moeilijk is om de concentratie van alle kinderen erbij te houden? Je kunt altijd voorstellen aan het eind van een online bijeenkomst beschikbaar te blijven voor het luisteren naar verhalen. Bied kinderen de keuze om te blijven en te luisteren naar de verhalen of om de online bijeenkomst alvast te verlaten.

In het zonnetje zetten

Soms is er een bijzondere gebeurtenis in het leven van een kind waardoor hij of zij even in het zonnetje gezet moet worden. Denk bijvoorbeeld aan de verjaardag of de geboorte van een broertje of zusje. Om deze gebeurtenissen online te vieren hebben we een Kleuteruniversiteit dobbelkaart gemaakt. Zorg dat het kind in kwestie klaar zit met een dobbelsteen. Laat hem of haar tijdens het gesprek met de dobbelsteen gooien. Op de kaart staan zes kleine opdrachten. De dobbelsteen bepaalt welke opdracht jullie gaan uitvoeren:

1= dansen: laat het kind een lied kiezen en dans samen even lekker gek.
2 = zingen: laat het kind een lied kiezen en zing dit samen.
3 = zoek in huis: geef een zoekopdracht en laat het kind kijken hoe snel hij dit voorwerp kan vinden.
4 = raad het kind: neem een kind in je gedachten en laat het kind wat dobbelde raden wie het is.
5 = raad het geluid: laat een geluid horen naast je scherm (of zet je camera even uit). Kan het kind raden wat het is?
6 = welk dier ben ik?:  zet je geluid uit een imiteer een dier. Laat het kind raden welk dier je nadoet.

Verhalen

In een digitale bijeenkomst is veel mogelijk met verhalen en boeken. We geven een aantal suggesties:

  • Lees een verhaal voor waarin overduidelijk fouten zitten. Als de kinderen een fout horen, steken ze hun hand op. Stop met lezen en bespreek de fout met de kinderen. Download hier ons gratis foute voorbeeldverhaal over de winter.
  • Vertel een verhaal en stop halverwege. Laat de kinderen een einde bedenken en er een tekening van maken. Ga een volgende keer verder met het verhaal.
  • Geef de kinderen een signaalwoord uit het boek dat je gaat voorlezen. Dit kan een voorwerp, personage of een plaats zijn. Terwijl jij het boek voorleest, luisteren de kinderen of ze het signaalwoord horen. Als ze dit horen, gaan ze staan. Als je het moeilijker wilt maken, geef je kinderen verschillende signaalwoorden.
  • Vertel een verhaal aan de kinderen dat een plek beschrijft. De kinderen luisteren naar jouw omschrijving en tekenen deze plek na. Als het verhaal is afgelopen laat je de kinderen hun tekening omhoog houden. Vergelijk de tekeningen met elkaar.

Stellingen

In een online omgeving is het lastig om met iedereen te praten en alle kinderen aan de beurt te laten komen. Om toch iedereen actief te laten meedoen, kun je een werkvorm met stellingen aanbieden. Vraag de kinderen een groen en een rood papiertje te pakken. Dit kun je ook al van te voren doorgeven aan ouders. Vervolgens geef je de kinderen een stelling. Denken ze dat het klopt? Dan houden ze het groene papier omhoog. Wanneer de kinderen denken dat het niet klopt, houden ze het rode papier omhoog. Bijvoorbeeld:

  • In de winter sneeuwt het altijd.
  • Als het vriest, bevriest het water.
  • Sneeuw is groen.
  • Na de winter komt de lente.
  • In de zomer draag je een winterjas.
  • Voor de winter is het herfst.
  • Schaatsen doe je op het water.
  • In de winter houden alle dieren een winterslaap.
  • Bij het winter hoor je de ‘r’ vooraan.
  • In de winter groeien de blaadjes aan de bomen.
  • Schaatsen, fietsen en skiën zijn allemaal sporten die in de sneeuw kunt doen.

Tip! Kinderen kunnen ook interactief meedoen door een hoed (of pet, muts) op of af te zetten en zo het antwoord te geven op de stelling. Spreek duidelijk af wat ze moeten doen. Is het antwoord bijvoorbeeld ‘ja’, dan zet je je petje op, is het antwoord ‘nee’, dan zet je je petje af.

Ren je rot

Noem voorwerpen op die je in huis kunt vinden, zoals een sleutelbos, een paar sokken, een sjaal of een vork. Laat alle kinderen tegelijkertijd dit voorwerp zoeken. Als ze het voorwerp hebben gevonden, laten ze dit voor het scherm zien. Verzamelde voorwerpen kun je vervolgens met elkaar bespreken en sorteren:

  • Maak stapels per gebruiker. Van wie zijn de spullen?
  • Sorteer de spullen van klein naar groot.
  • Sorteer de spullen van dik naar dun.
  • Sorteer de spullen op kleur.

Zoekspelletjes

Geef de kinderen diverse zoekopdrachten. Zeg bijvoorbeeld: zoek iets in de kleur rood. Spreek af dat de kinderen zo snel mogelijk weer terugkomen naar het scherm. Je kunt hierbij eventueel aftellen van twintig naar nul. Bekijk wat de kinderen hebben gevonden en geef dan de volgende opdracht. Varieer in doelen door andere zoekopdrachten te geven. Zoek iets met de vorm, zoek iets met wat begint met de letter ‘s’ of zoek iets wat bij het thema winter hoort, zoek iets wat rijmt op, etc.

Taalspelletjes

Geef de kinderen de opdracht om twee dingen te zoeken die op elkaar rijmen. Dit kun je ook de dag van te voren doen, zodat iedereen al klaar zit en je het meteen met elkaar gaat bekijken. Laat ieder kind vertellen welke twee dingen hij gevonden heeft. Vraag de overige kinderen of zij nog meer rijmwoorden kennen die bij dit paar horen. Bespreek zo samen alle gevonden paren.

Wil je met een aantal kinderen oefenen met de auditieve synthese? Zeg een woord in stukken, de kinderen zoeken dit voorwerp in huis en houden het voor de camera. Voorbeelden: b-oe-k, m-e-s, j-a-s, t-a-s, p-e-n, m-o-k. Lukt het de kinderen ook om een opdracht voor elkaar te bedenken?

Rekenspelletjes

Zet vijf kopjes voor je neer en pak iets wat je eronder kunt verstoppen. Je kunt bijvoorbeeld een watje (sneeuwvlok) pakken. De kinderen doen hun ogen dicht. Verstop het watje onder een kopje. De kinderen raden onder welk kopje de sneeuwvlok zit. Focus hierbij op het gebruik van rangtelwoorden. Let hierbij wel op eventuele spiegeling van het beeld.

Laat de kinderen van alles verzamelen, bijvoorbeeld 6 sokken, 2 jassen, 1 broek, 4 handschoenen, 3 vorken en bespreek met ze waar de meeste/minste van zijn. Vraag voor hoeveel kinderen dit genoeg is. Laat ze de spullen neerleggen in een volgorde van minst naar meest.

Geef de kinderen opdrachten die zij moeten tekenen. Hierbij gaat het om het tekenen van de juiste hoeveelheden. Bijvoorbeeld: teken 1 huisje, teken 3 bomen, enzovoorts. Om de opdrachten meer complex te maken kun je er oriëntatiepunten bij geven. Bijvoorbeeld: teken in het midden van je blad 1 huisje, teken onderaan de bladzijde 3 bomen, etc.

Vraag ouders van te voren 6 sokken klaar te leggen. Geef de kinderen verschillende opdrachten met de sokken. Iedereen kan meedoen. Bijvoorbeeld:

  • Leg de sokken van lang naar kort.
  • Leg de sokken in een vierkant, cirkel, driehoek.
  • Leg de kortste sok op je hoofd en de langste sok op je schouder.
  • Zoek dezelfde sokken bij elkaar.

Deze activiteit kun je ook met schoenen doen:

  • Laat de kinderen de 6 paar schoenen van klein naar groot zetten.
  • Laat ze de maten op een blaadje schrijven. Ga op zoek naar iets anders in huis waar hetzelfde getal staat.
  • Sorteer de schoenen op kleur/manier van vastmaken/hoogte. Maak alle schoenen los en daarna weer vast.
  • Zoek iets in huis met dezelfde kleur als de schoen.
  • Zoek alle schoenen in huis die je kunt vinden en zet ze in tweetallen in een nette rij. Tel daarna in stappen van 2 hoeveel schoenen het zijn. Of tel met de kinderen hoeveel schoenen er in totaal zijn.

Laat de kinderen kaarten maken met de cijfers erop. Kies welke cijfers je gebruikt; bijvoorbeeld 1 t/m 10. De kinderen leggen deze kaarten voor zich neer. Vervolgens geef je de kinderen opdrachten:

  • Laat de 5 zien.
  • Laat het getal na de 6 zien.
  • Hoeveel vingers steek ik op?
  • Hoe heten de buurgetallen van 5? De kinderen kunnen de kaarten voor de camera laten zien.
  • Laat de kinderen de stippen van een dobbelsteen zien. Welk cijfer hoort hierbij? De kinderen houden de cijferkaart omhoog.

Laat de kinderen een bakje, een auto en een pop, bijvoorbeeld van Duplo, meenemen en geef opdrachten als: zet de auto naast het poppetje. Hiermee kun je de ruimtelijke begrippen met de kinderen oefenen. Natuurlijk kun je ze ook opdrachten geven die ze zelf moeten uitvoeren. Zoals ga onder je stoel zitten of op je stoel staan.

Bingo

Speel online bingo. Maak een keuze uit bijvoorbeeld kleuren, vormen, cijfers of letters. Laat ouders van te voren met hun kind een raster maken met negen vakjes. Samen mogen ze dit raster vullen met het onderwerp dat jij hebt gekozen, bijvoorbeeld verschillende vormen, cijfers of dieren. Tijdens het online moment hebben alle kinderen het raster voor zich liggen. Laat steeds een kaart of voorbeeld zien, hebben de kinderen deze in hun raster staan? Dan strepen ze het door. Wie heeft er als eerste bingo?

Geluiden raadsels

Bij dit spel vraag je de kinderen goed te luisteren. Maak een geluid. De kinderen moeten raden wat het is. Doe dit buiten het beeld, of zet je camera even uit. Laat de kinderen hun microfoon uitdoen en eerst nadenken. Weten ze wat het is? Dan steken ze hun hand op. Geef iemand de beurt. Zo komen verschillende kinderen aan de beurt en heeft iedereen even tijd om te denken. Voorbeelden van geluiden die je kunt maken: rammelen met een pak hagelslag, in een kopje roeren met een lepeltje, een deur dicht doen, in je handen klappen.

Bij Kleuteruniversiteit geloven we dat spelen wijzer maakt en we helpen je graag om leerzame activiteiten voor je kind te bedenken. Ga je ermee aan de slag? We zouden het super vinden als je ons een foto of filmpje stuurt! Wil je meer blogs lezen over spelen en leren? Bekijk dan onze tips voor thuis pagina. Heb je vragen? Mail ons gerust. Je kunt ons ook vinden op Facebook en Instagram.