Caroline Farret Jentink is werkzaam op OBS de Meander in een groep 1/2 en ambassadeur van Kleuteruniversiteit. In dit blog beschrijft ze hoe er bij koken met kleuters niet alleen een heerlijk gerecht kan ontstaan, maar ook dat er veel ontwikkelingsgebieden samenkomen en veel doelen behaald kunnen worden.
Ik hoor je denken: “Koken met kleuters. Leuk, maar hoe?” In dit blog wil ik je inspireren hoe je dit op een praktische manier kunt aanpakken zonder (veel) hulp van ouders, of een speciale omgeving zoals een ‘kooklokaal’. Gewoon, in je eigen klas en het liefst zelfs nog tijdens de werkles. Ja, het kan echt! En zo gek is het eigenlijk helemaal niet. In landen als Frankrijk en Japan koken kinderen dagelijks op school.
Laten we beginnen met het beantwoorden van de vraag waarom je überhaupt zou wíllen koken met kleuters. Eten doen we allemaal dagelijks. Kinderen zien hun ouders koken, opa en oma, de medewerkers op de BSO. En kinderen willen van nature graag helpen. Ze leren door te doen. Dus waarom dan niet ook niet laten helpen bij het koken? In onze huidige, drukke maatschappij hebben ouders vaak niet de tijd om hun kind te laten helpen bij het koken. Het moet allemaal snel klaar zijn en dan houdt een kleuter de boel op. Hij of zij moet immers nog een hoop leren. Bovendien wordt een kookplaat heet en daar kan een kleuter zich aan branden. Hoe leg je groenten handig neer als je het wilt snijden? Tomaatjes rollen gemakkelijk weg. Met welke kant snijdt een mes nou eigenlijk? Sommige ouders zien veel gevaren in de keuken. En geef ze eens ongelijk.
Maar laten we het eens van de positieve kant bekijken. Bij koken komen zo ontzettend veel vaardigheden en ontwikkelingsgebieden aan bod. Creativiteit, autonomie, samenwerking, zelfvertrouwen, maar ook lezen, rekenen en motoriek komen allemaal aan de orde.
Doelen
Laten we eens een kookactiviteit met kleuters doorlopen om te kijken welke doelen er aan bod komen.
- Een recept kiezen:
Doe je dit met de kinderen samen, dan is het een mogelijkheid om voorkennis te activeren en woordenschat uit te breiden. Je kunt een recept kiezen door middel van stemmen. Maak daar eens een staafdiagram van. Je bent dan bezig met tellen, vergelijken, rekenbegrippen (meer, minder, meeste, minste). - Het recept lezen en een boodschappenlijstje maken:
Hierbij koppel je geschreven taal aan gesproken taal en leren kinderen dat geschreven taal een boodschap kan hebben en dat het plaats en tijd overbrugt. - Boodschappen doen:
Als je een supermarkt in de omgeving van je school hebt, zou je boodschappen kunnen gaan doen. Hier kun je de nodige rekendoelen aan koppelen (en uiteraard weer woordenschat), zoals hoeveelheden, omgaan met geld, omgaan met anderen. Lukt het niet om boodschappen te doen? Vraag dan ouders om ingrediënten mee te geven naar school. Doe je dit middels een briefje of mail, die je samen met de kinderen opstelt, dan werk je weer aan het besef dat een geschreven bericht ruimte en tijd overbrugt.
Uiteraard kun je ingrediënten en materialen ook zelf meebrengen. - Aan de slag met het recept:
Als alle ingrediënten en materialen zijn verzameld, kan het recept gemaakt worden. Afhankelijk van wat je maakt, kun je daar bijvoorbeeld de volgende doelen aan koppelen:
– Wegen, ontdekken van de weegschaal, woordenschat.
– Motoriek: denk aan het snijden van fruit/groenten, of het kneden van deeg.
– Timing is bij koken ook een belangrijk onderdeel en daardoor een doel wat je afdekt. Want cakebeslag moet één minuut op de hoogste stand gemixt worden. Hoe lang is één minuut? Laat kinderen van tevoren stil op hun stoel zitten en hun vinger op steken als ze denken dat de minuut voorbij is. De cake moet één uur in de oven. Hoe lang is dat dan? Het is allebei ‘één’, wat duurt langer, een uur of een minuut? - De tafel dekken:
Als het recept klaar is, kan er gegeten worden, maar niet voordat de tafel gedekt is. Hoeveel borden, bakjes, bekers, enzovoorts zijn er nodig om voor de klas, of het groepje, genoeg te hebben?
Tellen, tellen, tellen. Als je er voor kiest om een appeltaart te maken, of een cake, hoe zorgen we er dan voor dat iedereen wat krijgt en dat iedereen evenveel krijgt?
Ook hier komen weer diverse rekenbegrippen aan bod: vergelijken, verdelen, tellen. - De afwas:
Na het koken en eten moet er ook opgeruimd worden. Afwassen, afdrogen, laat de kinderen ook daarbij helpen. Waar moet alles opgeruimd worden? Wat gebeurt er met de theedoek als je deze per ongeluk in het afwaswater laat vallen? En hoe los je dat op? Hoe lang duurt het voordat de theedoek weer droog is? Droogt een natte theedoek in de schaduw net zo snel als in de zon? Kortom, veel woordenschat en ontdekkend leren.
Veiligheid
In het begin van dit blog schreef ik dat je dit alles heel goed zonder hulp van ouders kan doen. Oké, heel eerlijk: Ik zou nooit met mijn klas naar de supermarkt gaan zonder de hulp van ouders. Als de supermarkt aan het schoolplein grenst, zou het kunnen, maar niet elke school heeft die luxe. Hier kun je dus de keuze maken om alle ingrediënten al van te voren mee te nemen, of aan ouders te vragen iets van thuis mee te geven. Bij de tweede keuze betrek je ouders er wel bij, zonder veel van ze te vragen.
Het koken zelf kun je gewoon in de klas doen met een los elektrisch kookplaatje. Hierbij zorg ik er altijd voor dat ik een deel van mijn klas afscherm, door er een kast voor te rijden.
En als ik in de kring kook, dan zorg ik er voor dat ik een plek heb waar ik het kookplaatje, als we klaar zijn, veilig weg kan zetten. Met de kinderen maak ik héle duidelijke afspraken over waar ze wel en niet mogen komen, of dat ze moeten blijven zitten. Doordat kinderen van uit huis het gevaar van een hete pan meestal wel kennen, houden ze zich feilloos aan deze afspraken.
Het valt mij op dat veel kleuters geen mes mogen gebruiken van hun ouders (zelfs niet om zelf hun brood te smeren). Observeer wat kinderen doen met een mes (ik gebruik zelf altijd gewoon de messen die bij een bestekset horen en géén aardappelschilmesjes). Leer ze de juiste manier van vasthouden en welke kan de snijkant is. Je zult zien dat ze hier heel voorzichtig mee om gaan, want ze weten ècht wel dat een mes scherp kan zijn.
Probeer zo veel mogelijk rekening te houden met voedselallergieën. Uiteraard kun je er voor kiezen om gewone appeltaart te maken en het kind met een glutenallergie alleen de appeltjes te laten snijden (en er vast wat van te laten snoepen) en geen taart maar een eigen koekje te laten eten, maar dit is een vrij onschuldig voorbeeld. Er zijn kinderen met een zodanig heftige notenallergie, dat alleen al het in de klas aanwezig zijn van noten een reactie oproept.
Geen allergie, maar wel belangrijk, let op met vlees! Vanwege geloofsovertuiging zijn er kinderen die bepaalde soorten vlees niet mogen eten. Ik kies daarom altijd voor vegetarische gerechten (dus ook groentebouillonblokjes voor de soep).
Wil je iets bakken, dan heb je een oven nodig. Als je school er geen heeft, kan je ouders vragen of zij een losse oven hebben die je mag lenen, of een ouder vragen om tussen de middag, of na school je recept af te bakken. Een bakplaat met kruidnoten is zo mee gegeven. Ook heb ik weel eens mini-pizza’s gemaakt van pitabroodjes en die ‘gebakken’ in zo’n mini campingoventje waar je nèt twee afbakbroodjes in kunt passen.
Tijdens de werkles
Ik kook geregeld gewoon tijdens de werkles. De appelmoes kan rustig pruttelen terwijl de kinderen aan het spelen zijn. Ik nodig steeds een aantal kinderen uit bij mij aan tafel die appels komen schillen en deze in stukjes snijden (ik heb dan al partjes gemaakt met een appelsnijder). De schoongemaakte stukjes verzamelen de kinderen in een schaaltje en als het schaaltje vol is, kieper je het in de pan erbij. Ook pannenkoeken bak ik tijdens het werken, op een lage tafel in de hoek van het lokaal, Zo kan ik alles overzien en laat ik de kinderen zelf beslag in de pan scheppen.
En dus die mini-pizza’s. Besmeer een gehalveerd pitabroodje met tomatensaus uit een pot, stukjes (van te voren door een groepje kinderen gesneden) groenten er op, wat geraspte kaas en hup, het oventje in. Je kunt de pizza opeten zodra het klaar is. Ook soep leent zich uitstekend voor koken tijdens de werkles.
In de kring
Recepten waarbij je echt ingrediënten moet afwegen, lenen zich goed in een groep of in de grote kring. Als je dit in de grote kring doet, kunnen er minder kinderen actief deelnemen, maar als je vaker dit soort activiteiten doet, kun je er goed voor zorgen dat iedereen een keer aan de beurt komt. (Als je voor meerdere kleine groepjes tegelijk kiest, dan zou je wel ouders kunnen vragen). Pannenkoekbeslag, kruidnotendeeg, appeltaartdeeg, basis voor wentelteefjes, ga zo maar door.
Koken met kleuters: een goed idee
Mijn ervaring is dat kleuters ontzettend betrokken zijn bij activiteiten waarbij wordt gekookt. Het maken van het deeg voor pepernoten is een enorme beleving, zelfs als de kinderen niet daadwerkelijk met hun handen in de kom gaan om de ingrediënten te mengen. Hoe het toch kan dat witte bloem en donkere basterdsuiker, vette boter en een plens melk, uiteindelijk een fijn bruin deeg worden, wat je na bakken kunt opeten? Het blijft een wonderlijk iets. Het eigenaarschap, de zelfstandigheid en trots als kinderen zelf, met een echt mes, fruit mogen snijden voor een fruitsalade is geweldig om terug te zien op die gezichten.
Mijn mooiste ervaring was toen ik voor het eerst appelmoes maakte en ruim tweederde van de klas zei dat niet lekker te vinden. Tijdens het maken waren ze allemaal dolenthousiast en àlle kinderen wilden proeven.
Misschien had dat iets te maken met de kapotgeslagen kaneel(zuur)stok die er op gestrooid werd, net als in het verhaal van Iris en Michiel uit ‘Rood met witte stippen’. Op één kind na, bleek iedereen appelmoes te lusten.
Ik hoop je door dit blog enthousiast gemaakt te hebben om met je kleuters te gaan koken, of misschien wel vaker te gaan koken. Je zult zien dat ze er enorm van genieten en dat jij er heel veel doelen in weg kunt zetten.