Maaike van Goozen is leerkracht op basisschool het Mozaïek in Alphen aan den Rijn en ambassadeur bij Kleuteruniversiteit. Zij heeft een aantal jaren gewerkt bij de kleuters en staat nu voor groep 3. In dit blog vertelt ze je over bewegend leren. Je hebt er vast al weleens van gehoord of zelfs al mee gewerkt. In onderwijsland wordt deze stroming steeds populairder. Waarom is bewegend leren zo in opkomst? En hoe pas je dit toe in de praktijk? In deze blog vertelt ze je er meer over.
Met bewegend leren zorg je ervoor dat je de leerstof op een actieve manier oefent met de kinderen. Dit kan zijn in de kring, in de speelzaal of buiten. De mogelijkheden zijn eindeloos. Door deze manier van werken in te voeren in je dagelijkse praktijk zul je een aantal voordelen ervaren:
– De dagelijkse hoeveelheid beweging van kinderen neemt aanzienlijk toe;
– Je behandelt de leerstof op een andere manier, dit geeft leerlingen de kans om het te automatiseren;
– Kinderen ervaren deze lessen niet als ‘lessen’, het enthousiasme van de kinderen is groot;
– Tijdens het bewegen gebeurt er veel met de hersenen.
Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, zegt hierover het volgende: “Het hartvaatstelsel gaat beter functioneren van meer beweging en het hart is de pomp van het brein. In het brein zitten hersencellen en banen, die de hersencellen en de verschillende hersengebieden verbinden. Die verbindingen zijn heel gevoelig voor een goede doorbloeding. Naast de doorbloeding heeft meer bewegen ook een positief effect op de chemie in de hersenen. Beweging heeft een positief effect op een aantal belangrijke stoffen die ervoor zorgen dat het brein beter functioneert en dat geldt met name voor een aantal gebieden in het brein die een grote rol spelen bij zaken als initiatief nemen, gemotiveerd zijn, dat soort zaken.”
Als je wilt beginnen met bewegend leren zijn er een aantal dingen waar je rekening mee moet houden. Zeker als je wilt dat bewegend leren een deel van de methode vervangt en niet extra bij je programma komt. Hier volgen een aantal tips:
– Kies altijd voor een lesdoel dat je wilt inoefenen, bewegend leren is niet geschikt voor nieuwe lesdoelen. Je geeft immers geen instructie op het lesdoel. Kijk dus naar oefenmomenten uit de methode die je kunt vervangen voor een bewegend leren activiteit.
– Zorg ervoor dat je de activiteit goed voorbereid. Het is heel vervelend als je buiten tot de ontdekking komt dat je nog dingen mist.
– Daarnaast vraagt een andere lesomgeving waarschijnlijk ook om andere afspraken. Bespreek met je groep van tevoren wat je gaat doen. Dit keer ga je naar het schoolplein om iets te leren, niet om te spelen. Hier horen andere afspraken bij, een tip is bijvoorbeeld om een vaste verzamelplek af te spreken. Zodra je in je handen klapt, maken de kinderen daar een kring.
Als laatste wil ik je nog meegeven: maak het jezelf makkelijk. Kijk eens om je heen in de klas, welke materialen zou je in kunnen zetten tijdens een activiteit? Het is lang niet altijd nodig om kaartjes te knippen en te lamineren. Materialen die ik regelmatig gebruik zijn: speelkaarten, dominostenen, dobbelstenen, teldopjes, letter- en cijferkaarten van de methode, Clics, Kapla en ga zo maar door. Maar ook de ontwikkelingsmaterialen die je in de klas hebt kun je vaak op een andere manier inzetten.
Wil je morgen al aan de slag met een Bewegend leren activiteit? Dat kan met dit vormenspel:
Zo werkt het:
Download de gratis kaarten en lamineer deze zodat je ze vaker kunt gebruiken. Let op! Zorg dat de vormen driehoek, vierkant, rechthoek en cirkel bekend zijn bij de kinderen. Laat zien dat de kaarten bestaan uit twee varianten: één helft heeft vormen, de andere helft bevat afbeeldingen.
Je kunt het spel op twee manieren spelen:
– Deel de kaarten uit en geef een startsein. De kinderen mogen nu rondlopen en kijken met wie ze een paar kunnen maken. Is dit gelukt? Dan melden ze zich bij jou. Jij controleert of het klopt en geeft de kinderen weer een nieuwe kaart.
– Je kunt de kinderen eventueel ook nog, nadat ze een paar hebben gevonden, een voorwerp uit de klas laten zoeken met dezelfde vorm. In de kring kun je dan al deze vormen bespreken.
– Leg de kaarten met de afbeeldingen verspreid door de ruimte. Verdeel de kinderen in groepen en verdeel vervolgens de kaarten met de vormen. Na het startsein mogen de kinderen om de beurt op zoek naar een afbeelding die bij de vormen horen die ze van jou hebben gekregen. Maakt het moeilijker door af te spreken dat de vormenkaarten bij het groepje blijven. De kinderen moeten de vorm dan onthouden en tussen de afbeeldingen op zoek gaan.
Mocht je enthousiast geworden zijn over bewegend leren, maar wil je nog wat hulp bij het verzinnen van activiteiten? In de webwinkel van Kleuteruniversiteit vind je mijn spellenpakket ‘bewegend leren, meten en meetkunde’. In dit pakket beschrijf ik activiteiten bij alle doelen van het domein meten en meetkunde. Dit zijn suggesties voor de groepen 1, 2 en 3. Ze zijn toe te passen in verschillende ruimtes, dus ook als er op jou school minder ruimte beschikbaar is.
Ik ben benieuwd of je enthousiast bent geworden na het lezen van deze blog. Voor nog meer inspiratie volg de Facebookgroep: leren met je lijf (https://www.facebook.com/lerenmetjelijf/) Heb je nog een vraag? Je kunt me altijd mailen via ambassadeur@kleuteruniversiteit.nl