Aan het begin van elk thema zitten de kinderen verwachtingsvol in de kring. Op de muur hangt een leeg vel: het is weer tijd voor de groepstekst! Per thema bedenken we samen een verhaal dat aansluit bij het onderwerp. De ideeën komen van de kinderen zelf, en dat maakt ze vaak extra trots. In deze blog neemt Melanie, werkzaam in groep 1/2 op een Jenaplanschool, je mee in hoe zij dit doet in haar groep, en wat je allemaal met zo’n groepstekst kunt doen.
Oorsprong
Het maken van een groepstekst (of “vrije tekst”) is ontwikkeld door de Franse pedagoog Célestin Freinet. Vaak zie je op Freinetscholen dan ook in de verschillende groepen dat hier aandacht aan wordt besteed. Freinet was van mening dat de kinderen het meest gemotiveerd leren wanneer de inhoud aansluit bij de ervaringen en belevingswereld van de kinderen. (Tans, J. & Nijs, K. (2023). Freinetonderwijs. Een eigen wijze van onderwijs. Gompel&Svacina.) Freinet vond het belangrijk dat kinderen leren door te doen. Door hun eigen verhalen te bedenken zijn ze bezig met verhaalopbouw, woordenschat en samenwerken. In onze stamgroep hebben we deze aanpak vertaald naar een vaste plek binnen onze thema’s.
Zo kun je starten
Aan het begin van het schooljaar zijn wij aan de slag gegaan met het toepassen van close reading in de verhalen die we voorlezen of gebruiken. Op deze manier ben je bezig om teksten dieper te begrijpen en ga je actief aan de slag met de inhoud. Zo werk je ondertussen al aan verhaalbegrip en taalontwikkeling. Tijdens deze momenten besteden wij ook aandacht aan de verhaalstructuur. Dit doen wij door de volgende vragen te stellen:
- Over wie gaat het verhaal?;
- Wat doet die persoon in het verhaal? Of personen?;
- Waar speelt het verhaal zich af?;
- Wat is het probleem?;
- Hoe wordt het probleem opgelost?
Bouw het proces rustig op. Voordat je aan de slag gaat, zou je eerst wat dingen kunnen doen om te oefenen. Bijvoorbeeld door een beroep te doen op de fantasie van kinderen. Lees een verhaalfragment voor en laat de kinderen verder fantaseren wat er zou kunnen gebeuren. Kijk eventueel welke vragen je zou kunnen gebruiken en bouw met elkaar richting een volledig verloop van het verhaal. Deze vragen vormen voor ons ook de basis om een groepstekst op te zetten. Je vindt hier een leuke download!
Het proces van de groepstekst
Het schrijfproces begint met een brainstorm. Verduidelijk eerst het thema en bespreek eventueel wat er in de themahoek staat of komt. Vraag vervolgens alle kinderen een idee te bedenken: over wie zou het verhaal kunnen gaan? Schrijf deze ideeën op en kies er samen één uit om verder over te schrijven. Daarna kun je de eerder genoemde vragen op dezelfde manier bespreken. Kinderen kunnen elkaar aanvullen op de zinnen die ze geven. Je kunt ook zinnen combineren. Je kunt er ook voor kiezen om jonge of taalzwakke kinderen hun ideeën te laten tekenen als ondersteuning van het verhaal. Zo kan iedereen actief deelnemen aan het proces.
Rol van de leerkracht
De rol van de leerkracht is het juist formuleren van de zinnen. Ook kun je als leerkracht wel sturen naar de lengte van het verhaal. Wil je snel alle vragen laten beantwoorden, dan heb je kans op een kort verhaal. Wil je de diepte ingaan met de kinderen, kun je doorvragen op de dingen die gebeuren in het verhaal. Mijn ervaring is dat oudste kinderen de zinnen van de jongste kinderen kunnen aanvullen om er een geheel van te maken. Een enkele keer hebben ze mij nodig om extra informatie aan een zin toe te voegen. Wij hadden een tekst in het thema “mijn lichaam”. Karel was van zijn fiets gevallen. Maar we wisten niet waarop hij gevallen was. Blijkbaar viel hij met zijn scheen op de stoep. De zin in de tekst werd dus “Karel was van zijn fiets gevallen. Met zijn scheen op de stoep”. Zijn been zat in het gips, dus gingen we in gesprek over wat er dan allemaal in het gips zit, want hoe moest de lezer het weten zonder een foto. “Van zijn knie tot zijn tenen krijgt hij gips.” Op deze manier kun je dus wel wat sturing geven en je groepstekst naar een hoger niveau tillen. Wanneer de groepstekst is geschreven, lees je hem aan het eind in zijn geheel voor aan de kinderen. De trots die je op de gezichten van de kinderen ziet bij het horen van hun verhaal is geweldig.
Groepstekst in je routine
Je kunt verschillende dingen doen met de groepstekst. Wij gebruiken de groepstekst ook als onderdeel van onze dagelijkse kringrituelen. Afhankelijk van het doel waar we die dag aan willen werken, pakken we een ander aspect van de tekst erbij. Enkele onderdelen die we behandelen zijn:
- Het aantal zinnen in de tekst tellen.
- Hoeveel woorden heeft elke zin?
- Wat is de kortste/langste zin?
- Wat is het begin/eind van de zin?
- Hoeveel letters heeft een woord?
- Wat is het kortste/langste woord?
- Lees samen de zin en laat de kinderen het herhalen.
- Woorden in stukjes hakken (klankgroepen)
- Zin voorlezen en vragen welk woord de kinderen aan het begin/einde hoorde.
Verwerking platte vak
Print de groepstekst uit en laat onderaan ruimte open. Daarmee kun je aan de slag met een letter- of woord activiteit. Wij kiezen per keer twee tot drie letters uit die centraal staan. Die gaan we zoeken in de tekst. Elke letter krijgt een eigen kleur, zodat je goed kunt zien welke gevonden zijn. Daarna mogen de kinderen een illustratie maken bij het verhaal.
Deze activiteit is ook een mooie gelegenheid om je observaties te koppelen aan beginnende geletterdheid: herkennen kinderen beginletters? Zien ze verschillen tussen hoofdletters en kleine letters?
Je kunt ook de woorden vanuit de groepstekst stempelen. De leerkracht kiest woorden uit en zorgt dat deze, met afbeelding, beschikbaar zijn voor de kinderen. Op deze manier kunnen de kinderen zien welk woord zij van dit blad kiezen. Je kunt hier ook gebruik maken van woordkaarten. Het aantal woorden dat de kinderen moeten stempelen kun je met je collega’s afstemmen. Nadat de kinderen de woorden op hun eigen blad hebben gestempeld, tekenen zij hier hun eigen afbeelding bij. Deze stempelwerken zijn bij ons onderdeel van het plakboek.
Verteltafel
Je kunt ook de verteltafel betrekken bij je groepstekst. Zoek de materialen en personages bij elkaar die nodig zijn om het uit te spelen. Gebruik bijvoorbeeld poppetjes, dieren, blokken of Playmobil om scènes uit te spelen. Kinderen kunnen ook een decor knutselen of bouwen in de bouwhoek. Laat ze zelf meedenken: “Wat heb je nodig om dit verhaal te kunnen spelen? Wanneer de tafel klaar is, en de kinderen hun eigen verhaal naspelen, ben je ook nog op een andere manier bezig met de taalontwikkeling van de kinderen.
Bekijk hier hoe Melanie een groepstekst maakt in haar klas!
Ik hoop dat ik je heb kunnen inspireren te gaan met een groepstekst in jouw klas. Heb jij nog tips of ervaringen met dit onderwerp? Deel ze vooral in de Facebookgroep Vrienden van Kleuteruniversiteit! Wil je meer zien van hoe dit er in de praktijk uitziet? Volg me dan op Instagram: @juf_melanieb